1 vwo hfd 1 Spreken en gesprekken : vragen stellen en beantwoorden

Lesdoel

Leren vragen stellen en beantwoorden
Kennis opdoen van soorten vragen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Lesdoel

Leren vragen stellen en beantwoorden
Kennis opdoen van soorten vragen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

4 soorten vragen

  1. Gesloten vragen
  2. Open vragen 
  3. Vervolgvragen of doorvragen
  4. Controle vragen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Gesloten vragen
Vragen waar je alleen 'ja' of 'nee' op kunt antwoorden. Deze vragen beginnen met een werkwoord.
Vaak een eerste vraag.


"Lust jij pizza?"

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Open vragen
Op een open vraag kan uitgebreid antwoord gegeven worden. Een open vraag begint met een vraagwoord; wie, wat, waar, welke, waarom, wanneer en hoe.

Welke pizza vind jij lekker?
Ik vind pizza met olijven en kaas heel lekker.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Feit of een mening
Feit is controleerbaar
Wanneer heb jij daar pizza gehaald?

Iemands mening
Hebben ze daar lekker pizza's?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doorvragen 
Bij een onduidelijk of een bijzonder antwoord vraag je door.

Vind je snijbonen op je pizza echt lekker? Wat maakt een snijboon op je pizza zo lekker?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

Een voorbeeld van hoe het niet moet:

Heel veel vragen, veel daarvan ook gesloten, in een keer stellen.
Controlevraag
Het antwoord samenvatten of bevestiging zoeken.


Begrijp ik nou goed dat jij pizza met snijbonen het aller lekkerst vindt? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Uit welke soorten vragen kan een interview bestaan?
A
Open en gesloten vragen
B
Open en doorvragen
C
Open, gesloten en doorvragen
D
Open, gesloten, door- en controle vragen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Wat  soort vragen zie je hier?
Ga je mee sporten vanmiddag?
- Ja.
Lust jij spruitjes?
- Nee.
Kun je goed zwemmen?
-Ja.
A
Open vragen
B
Gesloten vragen
C
Door- of vervolgvragen
D
Rare vragen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Waarom ben je te laat?
- Omdat ik me verslapen heb.
Hoe heet je?
- Ik heet Pieter.
Wat wil je drinken?
- Ik wil graag cola.
Wat voor soort vragen zijn dit?
A
Open vragen
B
Gesloten vragen
C
Door of vervolgvragen
D
Rare vragen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een interview?
A
Een vraaggesprek over je mening
B
Een vraaggesprek tussen twee of meer personen
C
Een discussie in een groep
D
Een gesprek over je standpunt

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat bedoelen ze met een open vraag?

 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

.
Wie zou jij weleens willen interviewen? Wat zou je van hem/haar willen weten?

Slide 14 - Open question

Bespreek de antwoorden met de leerlingen.

Wat is het doel van een interview?
A
Zoveel mogelijk over iemand te weten komen.
B
Een stuk kunnen schrijven over iemand.
C
In contact komen met bekende mensen.
D
Zoveel mogelijk vragen aan iemand stellen.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions


Hoe zou je jezelf beschrijven?
A
open vraag
B
gesloten vraag

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Sleep naar de juiste plek!
open vraag
gesloten vraag
Ben je daar opgegroeid?

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Sleep naar de juiste plek!
open vraag
gesloten vraag
Wat vind je het allerleukste om te doen?

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

.
Jullie kennen nu het verschil tussen open en gesloten vragen!
Welk soort vragen is het meest geschikt voor interviews?
Leg uit waarom.

Slide 19 - Open question

Bespreek de antwoorden met de leerlingen.

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Luisteren
Vind je dat de vrouw goed luistert?
Ja? -> ren naar het bord
Nee? -> ren naar de deur
Kun je je antwoord uitleggen?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Weet je nu welke soorten vragen er zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
Opdracht: Interview 'Wie ben ik?' 
Bekend iets of iemand in gedachten
Bedenk gesloten vragen (3 min.) 
Tweetallen met je achterbuur
3 minuten de tijd om te achterhalen wie je buurman is en daarna wissel je om.

 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Tweetallen:  Startopdracht.
Klass. ? 

 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk 


h1 Spreken en gesprekken:  opdr. 1 en 2.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions