Dorpskrant les 6: samentrekkingen


Nederlands - Periode 3 - 2019-2020

De Dorpskrant - Les 6
Creatief schrijven & Spelling
V2D
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Nederlands - Periode 3 - 2019-2020

De Dorpskrant - Les 6
Creatief schrijven & Spelling
V2D

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je geleerd ...


... hoe je samenstellingen moet schrijven.

(Waarom ook alweer? In de dorpskrant verwerk je 4 samenstellingen naar keuze. Zie criteria specifieke spellingsregels in les 1.)

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les ...

... weet je hoe je samentrekkingen moet schrijven.

(Waarom ook alweer? In de dorpskrant verwerk je 4 samentrekkingen naar keuze. Zie criteria specifieke spellingsregels in les 1.)

Slide 3 - Slide

Samentrekkingen

Als een deel van een woord twee keer achter elkaar voorkomt, kun je het 1 keer weglaten. Je maakt dan een samentrekking. Het weggelaten woord vervang je door een weglatingsstreepje (-).

Import en export --> im- en export
Invoer en uitvoer --> in- en uitvoer
Fietsverkoop en fietsverhuur --> fietsverkoop en -verhuur

Slide 4 - Slide

Samentrekking

Soms is de samentrekking niet op woordniveau, maar binnen een groep woorden. 
Je hebt dan geen weglatingsstreepje nodig.

oude boeken en nieuwe boeken --> oude en nieuwe boeken
in goede tijden en slechte tijden --> in goede en slechte tijden
oude kaas en jonge kaas --> oude en jonge kaas

Slide 5 - Slide

Aan de slag!

Op de volgende slides volgen de opdrachten. 

Slide 6 - Slide

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

chocoladetaart of chocoladepudding

Slide 7 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

hoofdletters en kleine letters

Slide 8 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

Europees kampioenschap en wereldkampioenschap

Slide 9 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

zestienjarigen tot achttienjarigen

Slide 10 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

financieel beleid en personeelsbeleid

Slide 11 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

bouwplannen en bouwprojecten

Slide 12 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

herfstvakantie, kerstvakantie en zomervakantie

Slide 13 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

olijfolie en zonnebloemolie

Slide 14 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

theekopje en koffiekopje

Slide 15 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

ijsberen en bruine beren

Slide 16 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

oude schoenen en nieuwe schoenen

Slide 17 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

zondagen en feestdagen

Slide 18 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

dinsdagmorgen en woensdagmorgen

Slide 19 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

oude mensen en jonge mensen

Slide 20 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

kattenvoer en hondenvoer

Slide 21 - Open question

Schrijf het woord korter op. Gebruik een weglatingsstreepje als dat kan.

leesboeken en werkboeken

Slide 22 - Open question

Tot slot:
Leg in je eigen woorden uit wanneer je een weglatingsstreepje gebruikt.

Slide 23 - Open question

Lesdoel behaald?
Vond je dit lastig?

Kijk en luister dan het filmpje met de uitleg over samentrekkingen op slide 25. 

Slide 24 - Slide

0

Slide 25 - Video