What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefenen voor de toets spelling/ grammatica
Oefenen voor de toets
Spelling/ grammatica
Les 36-37-38-44-45-46-52-53-54
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefenen voor de toets
Spelling/ grammatica
Les 36-37-38-44-45-46-52-53-54
Slide 1 - Slide
De docent regeld/regelt de voor de les benodigde pop-its.
A
regeld
B
regelt
Slide 2 - Quiz
Job vind/vindt dat hij een pop-it mag hebben.
A
vind
B
vindt
Slide 3 - Quiz
Marée ....... (bedoelen) dat zij er eentje wil vasthouden.
Slide 4 - Open question
Anna ...... (worden) helemaal gek van het geluid van de pop-it.
Slide 5 - Open question
Wat is het hulpwerkwoord?
Yun heeft de hele les goed opgelet.
A
heeft
B
opgelet
Slide 6 - Quiz
Luciana kletst met Damian.
Maak van deze zin een zin met een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord.
Slide 7 - Slide
Wat is de goede persoonsvorm in de verleden zijn?
Jayden melde/meldde zich in zijn korte broek.
A
melde
B
meldde
Slide 8 - Quiz
Vul de juiste vorm in de verleden tijd in.
Perry ......... (raden) het antwoord op die vraag.
Slide 9 - Open question
Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Marente heeft haar tas bij zich.
Slide 10 - Open question
Is 'mij' een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Jorn zegt: 'Die oortjes zijn van mij!'
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 11 - Quiz
Is 'mijn' een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
'Nee', zei Milan, het zijn mijn oortjes!'
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 12 - Quiz
Maak een zin waarin 'je' een bezittelijk voornaamwoord is.
Slide 13 - Slide
Maak een zin waarin 'je' een persoonlijk voornaamwoord is.
Slide 14 - Slide
Welke twee verwijswoorden horen erbij?
'het boek'
A
die
B
dit
C
deze
D
dat
Slide 15 - Quiz
Welke twee verwijswoorden horen erbij?
'de trui'
A
die
B
dit
C
deze
D
dat
Slide 16 - Quiz
Welke twee verwijswoorden horen erbij?
'de lokalen'
A
die
B
dit
C
deze
D
dat
Slide 17 - Quiz
Wat is het wederkerend werkwoord?
Hij werd erg boos, omdat ik me vergiste.
Slide 18 - Open question
Vul de juiste vorm van het wederkerend werkwoord in.
Jonathan ........ (zich gedragen) perfect tussen de lammetjes in de wei.
Slide 19 - Open question
Maak een zin met het wederkerend werkwoord 'zich ergeren'
Slide 20 - Slide
Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Lucas ........ (zijn) laat naar bed gegaan gisteravond.
Slide 21 - Open question
Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Ashandilay ......... (mogen) vanavond een film kijken.
Slide 22 - Open question
Wat is de juiste vorm van het Engelse werkwoord?
Kellen mailt/mailet Thyra over de toets.
A
mailt
B
mailet
Slide 23 - Quiz
Vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in.
Wessel is heel hard naar huis ....... . (racen)
Slide 24 - Open question
Heel veel succes!
Leer de vakken 'Belangrijk' goed! Je mag je boek er
niet
bij houden tijdens de toets!
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Terugblik les 36-37 Kern Basis 1
May 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
B1 herhaling
April 2021
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
03-02-2023 Grammatica - voornaamwoorden
February 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Toets woordsoorten 1v
March 2019
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
verwijswoorden, wederkerend/wederkerig werkwoord,
February 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Verwijswoorden
February 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhalen taal
January 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Diagnostische toets havo 3, chapitre 1
November 2020
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3