Geest les 1: fictie en non-fictie, realistisch en niet realistisch

Nederlands

Fictie: Geest

Les 1: fictie en non-fictie (herhaling klas 1)

VWO 2/HAVO 2
 P2 2024-2025
timer
10:00
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Fictie: Geest

Les 1: fictie en non-fictie (herhaling klas 1)

VWO 2/HAVO 2
 P2 2024-2025
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les...
...weet je welke leerdoelen er zijn voor Geest.
... weet je weer wat fictie of non-fictie is .
...weet je weer wat realistisch en niet realistisch is

Slide 2 - Slide

Leerdoelen bij Geest 1/1
Je kunt meer vertellen over de tijd in verhalen (chronologisch, niet-chronologisch, flashbacks en flashforwards, vooruitverwijzing en terugverwijzing).

Je kunt meer vertellen over spanning in verhalen. Waardoor wordt een verhaal spannend? Wat doet de schrijver?
Je kunt de ruimten in verhalen beschrijven.
Je kunt uitleggen waarom de setting van een verhaal belangrijk is.

Je kunt de personages categoriseren als helpers of tegenstanders. Een wisseling van rol herken je ook en kun je uitleggen aan de hand van de gebeurtenissen.

Je herkent een open einde of een gesloten einde.




Slide 3 - Slide

Totstandkoming boek
Daan Remmerts de Vries is naar Schotland op vakantie geweest. Over zijn boek:
"Ik zie mijn boek dan ook als een beschrijving, en enkel dat, van iets wat er ooit was, en teruggewonnen wordt.
Ik besef intussen heel goed dat het nooit meer zo zal worden, hier, en dat alles op den duur wel zal veranderen, in… bijna hetzelfde; daar zal het net voor zorgen – dat het, kortom, een uitzonderlijke buitenkans is als je ouders emigreren naar een dergelijk gebied."

Slide 4 - Slide

Jouw oordeel (tot nu toe)

In de vorige lessen heb je gelezen in Geest.
Je bent nu ongeveer bij blz. 100.

Je hebt vast al wel een mening over het boek (tot nu toe).
Daar gaan we nu een aantal vragen over beantwoorden. 

Slide 5 - Slide

Kom erbij!


Log in bij LessonUp app!
Voer de code in!


Slide 6 - Slide

1. Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over Geest?
Leg je antwoord uit.

'De digitale wereld is de echte wereld.'

Slide 7 - Open question

2. Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over het boek? Leg je antwoord uit.

'Jochem heeft veel goede vrienden'

Slide 8 - Open question

Fictie en non-fictie
Fictie
Verzonnen verhalen over gebeurtenissen en mensen, die bedacht zijn door de schrijver (leesboek, stripverhaal, film, gedicht).

Non-fictie
Verhalen over de werkelijkheid, met feiten over (echte) mensen en (echte) gebeurtenissen. De schrijver heeft het niet bedacht/verzonnen. Het is echt gebeurd (krantenbericht, journaal) of geeft informatie (schoolboek).

Slide 9 - Slide

Realistisch en niet-realistisch
Realistisch
Een schrijver verzint mensen en gebeurtenissen die erg lijken op de werkelijkheid, die echt zouden kunnen gebeuren

Niet-realistisch
Een schrijver verzint een verhaal met mensen en gebeurtenissen, die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren.

Realismelijn
Denkbeeldige lijn waarin je het verhaal kunt plaatsen in de mate van 100% realistisch of 0% realistisch.

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Aan de slag!
Log in bij LessonUp.

Ga naar: Geest les 1.

Maak de opdrachten op de volgende slides t/m 32.
Tijd: 15 minuten.

Slide 12 - Slide


A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quiz



Is dit boek fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 14 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 15 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 17 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 18 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 19 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 20 - Quiz

Een stripboek over Donald Duck
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 21 - Quiz


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 22 - Quiz

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 23 - Quiz


Lesboek Nederlands
A
fictie
B
non-fictie

Slide 24 - Quiz

Wel of niet?

De volgende vragen gaan over fictie/non-fictie. 
Behoefte aan of overslaan?
Behoefte = duim omhoog
Overslaan = duim naar beneden


Slide 25 - Slide

Aan de slag!
Wat? Pak het Werkboek Geest erbij.
We kijken opdracht 1 & 2 na. Corrigeer de foute antwoorden of vul aan.
Hoe? Klassikaal bespreken via de 'slang.'
Luisteren? Naar elkaar in stilte.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Het weerbericht voor het komende weekend.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 28 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.


Een aflevering van SpangaS.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 29 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

De gebruiksaanwijzing voor een spelcomputer.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 30 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een lijst met uitstapjes voor in de herfstvakantie in het blad Zo zit dat.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 31 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een gedicht op de website Poëziepaleis.nl.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 32 - Quiz

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Een tekst over de Franse Revolutie in een geschiedenisboek.
A
Fictie
B
Non- Fictie

Slide 33 - Quiz

Lees tekst 1 op slide 36.
Verander de tekst zo, dat het fictie wordt.
(Je mag de tekst kopiëren en plakken in het antwoord)

Slide 34 - Open question

                                                           
Tekst 1
Pak me dan!
21 juni 2019 - De scooterrijder die vrijdagmiddag door de politie staande is gehouden zal zich nu wel voor z’n kop slaan. Naast dat hij verschillende verkeersovertredingen maakte, gebruikte hij namelijk een valse nummerplaat met een heel toepasselijk opschrift. De standaard letters en cijfers op het kenteken had hij ingeruild voor de zin ‘Pak me dan’. Nou, dat is gebeurd.

Het opvallende tafereel speelde zich donderdag af in Haarlemmermeer, in Noord-Holland. Politieagenten zagen hoe de bestuurder van een scooter een rood licht negeerde. Daarop zetten ze de achtervolging in.

Het duurde even, maar na een pittig ritje konden ze de bestuurder toch tot stilstand brengen. Op de rollerbank bleek dat de scooter een maximumsnelheid van 86 kilometer per uur kon bereiken, terwijl bromfietsen begrensd moeten zijn op 45 km/u. Daarnaast ontbrak het framenummer en de slotcilinder.




Bron: https://www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/2019/06/politie-pakt-man-met-heel-toepasselijk-nummerbord/


Slide 35 - Slide

Doelen behaald?
Einde les

Slide 36 - Slide