120. 8b, thema 5, week 1, taak 1.3 en 2.1 Vlakke figuren en lengtematen

1 / 32
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

lesdoel 1.3


Ik weet wat vlakke figuren zijn en ik kan deze benoemen.

Slide 2 - Slide

Waar kom je het tegen?

Overal om ons heen zijn vormen te herkennen. Om de vormen makkelijk te kunnen onderscheiden is het handig om de namen en de kenmerken  te weten zodat je ze   gemakkelijk van elkaar kunt onderscheiden.

Slide 3 - Slide

Woordbegrip 
2d is tweedimensionaal
De vorm is afgebeeld in de  lengte en een breedte. Je ziet dit als een plat vlak. Bij het rekenen noem je dit vlakke figuren

Slide 4 - Slide

woordbegrip
3D is driedimensionaal 

De vorm die je ziet heeft  lengte, breedte en diepte. Daardoor lijkt je tekening niet vlak (plat), maar ruimtelijk.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Woordbegrip
Lengte: De lengte is de maat van de langste kant. 

Breedte: Is de afstand tussen de lange kanten.

Diepte: Is de afstand tussen de lange kanten.

Slide 7 - Slide

Een plat vlak noem je?
A
tweedimensionaal
B
driedimensionaal

Slide 8 - Quiz

Bij driedimensionaal is .....
A
de vorm die je ziet plat.
B
de vorm die je ziet heeft diepte.

Slide 9 - Quiz


Deze vorm ......
A
heeft diepte
B
is plat

Slide 10 - Quiz

Deze vorm .....
A
is plat
B
heeft diepte

Slide 11 - Quiz

Deel 1
Vlakke figuren = 2D figuren 

Slide 12 - Slide

Rechthoek (vierhoek)

Een rechthoek is een vierhoek met vier rechte hoeken.
De tegenover elkaar liggende zijden zijn evenwijdig en even lang.

Slide 13 - Slide

Vierkant (vierhoek)

Een vierkant is een rechthoek met vier gelijke zijden.

Slide 14 - Slide

Parallellogram (vierhoek)
Een parallellogram heeft vier hoeken.
De tegenover elkaar liggende zijden zijn evenwijdig en even lang.

Slide 15 - Slide

Veelhoek
Een veelhoek heeft drie of meer zijden.
Bij een regelmatige veelhoek zijn alle zijden even lang.
Hier is een zeshoek, een zevenhoek en een achthoek te zien.

Slide 16 - Slide

Cirkel

Volmaakt gesloten ronde lijn..... dus eigenlijk een rondje!

Slide 17 - Slide

Deel 2
Ruimte figuren = 3D figuren 

Slide 18 - Slide

Kegel
Een kegel heeft een cirkel als grondvlak met een top daarboven. Daartussen zit een gebogen grensvlak. 

Slide 19 - Slide

Kubus
Is een ruimtefiguur met vierkante grensvlakken. Elke grensvlak / zijkant is gelijk. 

Slide 20 - Slide

Cilinder
Een cilinder bestaat uit twee gelijke cirkels tegenover elkaar met een gebogen grensvlak daartussen. 

Slide 21 - Slide

Balk
Herken je aan de vorm van de zijvlakken. Elk zijvlak is een rechthoek. 

Slide 22 - Slide

Piramide
Een piramide heeft een grondvlak met een top daarboven. Van elke zijde van het grondvlak  loopt er een grensvlak naar de top. Deze hebben altijd de vorm van een driehoek.

Slide 23 - Slide

De Bol
Een bol heeft maar één grensvlak en dat is gebogen. Van welke kant je de bol ook bekijkt je ziet altijd een cirkel.

Slide 24 - Slide

Een prisma heeft een grondvlak die precies gelijk zijn en recht tegenover elkaar liggen. Daartussen zitten rechthoekige grensvlakken. 

Slide 25 - Slide

lesdoel 2.1
Ik kan alle lengtematen in elkaar omzetten.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Drag question

Wat is meer?

Slide 29 - Open question


A
2 centimeter
B
4 millimeter

Slide 30 - Quiz

zet de schildpadden in de juiste volgorde van klein naar groot

Slide 31 - Drag question

REKENEN
Eerst: Thema 5 - week 1 - taak 1.3
Alle opgaven dan 20 x plussen

Dan: Thema 5 - week 1 - taak 2.1
Alle opgaven dan 20 x plussen

Slide 32 - Slide