This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
lesdoel
Ik kan vlakke figuren en ruimte figuren benoemen.
Slide 3 - Slide
Hoe ga ik dit doen?
Samen gaan we de vormen bekijken.
- De naam van de vorm wordt genoemd.
- We benoemen of 2D of 3D is.
- We benoemen de belangrijkste kenmerken.
Slide 4 - Slide
Waar kom je het tegen?
Overal om ons heen zijn vormen te herkennen. Om de vormen makkelijk te kunnen onderscheiden is het handig om de namen en de kenmerken te weten zodat je ze gemakkelijk van elkaar kunt onderscheiden.
Slide 5 - Slide
Woordbegrip
2d is tweedimensionaal
De vorm is afgebeeld in de lengte en een breedte. Je ziet dit als een plat vlak. Bij het rekenen noem je dit vlakke figuren
Slide 6 - Slide
woordbegrip
3D is driedimensionaal
De vorm die je ziet heeft lengte, breedte en diepte. Daardoor lijkt je tekening niet vlak (plat), maar ruimtelijk.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Woordbegrip
Lengte: De lengte is de maat van de langste kant.
Breedte: Is de afstand tussen de lange kanten.
Diepte: Is de afstand tussen de lange kanten.
Slide 9 - Slide
Nodig
Wisbordje
Schoonmaakdoekje
Wisbord stift
Slide 10 - Slide
Een plat vlak noem je?
A
tweedimensionaal
B
driedimensionaal
Slide 11 - Quiz
Bij driedimensionaal is .....
A
de vorm die je ziet plat.
B
de vorm die je ziet heeft diepte.
Slide 12 - Quiz
Deze vorm ......
A
heeft diepte
B
is plat
Slide 13 - Quiz
Deze vorm .....
A
is plat
B
heeft diepte
Slide 14 - Quiz
Deel 1
vlakke figuren (2D)
Slide 15 - Slide
Driehoek
Een driehoek heeft drie zijden en drie hoeken.
Slide 16 - Slide
Rechthoek (vierhoek)
Een rechthoek is een vierhoek met vier rechte hoeken.
De tegenover elkaar liggende zijden zijn evenwijdig en even lang.
Slide 17 - Slide
Vierkant (vierhoek)
Een vierkant is een rechthoek met vier gelijke zijden.
Slide 18 - Slide
Parallellogram (vierhoek)
Een parallellogram heeft vier hoeken.
De tegenover elkaar liggende zijden zijn evenwijdig en even lang.
Slide 19 - Slide
Veelhoek
Een veelhoek heeft drie of meer zijden.
Bij een regelmatige veelhoek zijn alle zijden even lang.
Hier is een zeshoek, een zevenhoek en een achthoek te zien.
Slide 20 - Slide
Cirkel
Volmaakt gesloten ronde lijn..... dus eigenlijk een rondje!
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
We gaan de opdrachten van het werkblad maken.
Slide 24 - Slide
Deel 2
Ruimte figuren = 3D figuren
Slide 25 - Slide
Kegel
Een kegel heeft een cirkel als grondvlak met een top daarboven. Daartussen zit een gebogen grensvlak.
Slide 26 - Slide
Kubus
Is een ruimtefiguur met vierkante grensvlakken. Elke grensvlak / zijkant is gelijk.
Slide 27 - Slide
Cilinder
Een cilinder bestaat uit twee gelijke cirkels tegenover elkaar met een gebogen grensvlak daartussen.
Slide 28 - Slide
Balk
Herken je aan de vorm van de zijvlakken. Elk zijvlak is een rechthoek.
Slide 29 - Slide
Piramide
Een piramide heeft een grondvlak met een top daarboven. Van elke zijde van het grondvlak loopt er een grensvlak naar de top. Deze hebben altijd de vorm van een driehoek.
Slide 30 - Slide
De Bol
Een bol heeft maar één grensvlak en dat is gebogen. Van welke kant je de bol ook bekijkt je ziet altijd een cirkel.
Slide 31 - Slide
Een prisma heeft een grondvlak die precies gelijk zijn en recht tegenover elkaar liggen. Daartussen zitten rechthoekige grensvlakken.