This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
1
2
3
4
Slide 1 - Slide
Thema vergaderen. Er zijn argumenteren die logisch lijken maar het niet zijn. Tot welke foute argumentatie behoort:
"Het zal mijn tijd wel duren bij de vereniging."
A
Generaliseren
B
Simplificeren
C
Een cliché gebruiken
D
Onjuiste vergelijkingen maken
Slide 2 - Quiz
Notuleren. Hoe moet je notuleren als je in de notulen wilt teruglezen 1. wat het probleem is 2. wie het probleem gaat oplossen 3. wanneer het probleem opgelost moet zijn
A
Verslag per onderwerp
B
Beknopt verslag
C
Essentie per spreker verslag
D
Hoofdlijnen per spreker verslag
Slide 3 - Quiz
Thema Klantvriendelijkheid. Een blinde steekt over, jij snelt toe en helpt oversteken.
Is dit klantvriendelijk of klantgericht? Of beide?
A
Klantgericht
B
Klantvriendelijk
C
Beide
Slide 4 - Quiz
Hoe weet je zeker dat jij een klacht correct hebt begrepen?
A
Door actief te luisteren
B
Door begrip te tonen
C
Door te analyseren
D
Door samen te vatten
Slide 5 - Quiz
Public Relations
Waar gaat het om bij Public Relations?
A
Onderhouden van relaties.
Omzet vergroten.
B
Omzet vergroten.
Bevorderen naamsbekendheid.
C
Bevorderen naamsbekendheid.
PR matrix invullen.
D
Onderhouden van relaties. Bevorderen naamsbekendheid.
Slide 6 - Quiz
Stappen plan Public Relations In het schrijven van een PR-PLAN is het bepalen van de publieksgroepen de 3e stap.