Les vrijdag_KERN 40_antwoorden nakijken

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welkom klas!

Startklaar maken:

• Map, etui, laptop dicht op tafel. 
• Telefoon in ZAKKIE in tas. Inloggen bij LessonUp

Wat gaan we doen?

1. Huiswerk nakijken.

3. Tekst lezen + literaire begrippen toepassen.

1. Huiswerk nakijken

>> Via LessonUp (5 vragen)

PTO-4 lesstof

1. Maak 2 goede zinnen met het woord 'dialoog'. (R)

2a. Wie heeft onderstaande zin gezegd?

"Het onderzoek richt zich specifiek op kenmerken van zenuwcellen in de hersenen'.

1. Scholier
2. Politieagent
3. Hoogleraar

3a. Zet in de directe rede:
Hij vroeg me welke bus hij moest nemen naar het station.

4a. Zet in de indirecte rede.
'Wil je met me trouwen?, vraagt Jamie aan zijn vriendin.

5a. Parafraseer de volgende zin:
"Dat vind ik echt een enorme rotstreek van je!', schreeuwde Hannah.

Fictie op PTO-4

KERN 24: plot.

KERN 39: Setting & Sfeer.

KERN 40: Dialoog.

KERN 24

Plot: het begin, verloop, en einde van wat een personage meemaakt in een verhaal.

Hoe kan een plot verlopen?

- springen tussen verhaallijnen van personages.

- cliffhanger.

- uitstellen van de ontknoping.

- plotwending.

Aantekeningen KERN 39 (Werkblad)

1. Setting: de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt. 

Uit welke onderdelen bestaat de setting? (Ezelsbruggetje: PTO)

• Plaats: geografische plaats -> land, stad, dorp, straat, landschap...
• Tijd: historische tijd ->  jaren 40, jaargetijde, maand, dag, moment op de dag...
  
• Omstandigheden -> hongerwinter, vakantie, opstand, oorlog
  

2. Sfeer 

De manier waarop schrijver de omgeving beschrijft.

 

Hoe doet een schrijver dat? 

Hij beschrijft wat je ziet, hoort, ruikt en voelt. 

KERN 40 - Dialogen in een verhaal

Manier 1. Directe rede - Schrijf gesprek letterlijk op, gebruik ""
De docent zei:"Doe je telefoon weg en ga fatsoenlijk zitten."
"
Manier 2. Indirecte rede - Je schrijft niet letterlijk op, geen "" 
De docent zei dat Sara haar telefoon weg moest doen en moest gaan zitten. 

Manier 3. Parafraseren - In eigen woorden samenvatten
 Sarah moest van de docent haar telefoon wegdoen en fatsoenlijk gaan zitten. 

2. Tekst lezen + vragen

Wat?	a. Lees de tekst. b. Maak de vragen - Wat kom je te weten over het plot? - Onderstreep de directe redes in het verhaal. - Wat je te weten over de setting en de sfeer?
Tijd?	10 minuten
Hulp nodig?	KERN 24, 39 en 40.

Les vrijdag_KERN 40_antwoorden nakijken