Werkwoordspelling

Werkwoordspelling
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Les 1

Slide 2 - Slide

Werkwoordsvormen herkennen
- Stap 1 = zin van tijd veranderen
- Pv = ww dat verandert
- Verandert het ww niet? -> vd, bn, od of inf
- Zorg dat je de kenmerken van alle werkwoordsvormen kent

Slide 3 - Slide

Aan de slag
- Maken oefening 1a en 1b werkboek
- Klassikaal nakijken (vul je antwoorden aan)

Slide 4 - Slide

Les 3
- Rest van de Kwizl 'Persoonsvorm of infinitief' afronden
- Vragen overige werkwoorden
- Maken oefening 3 + 4 WB blz. 52 en 54 (individueel)
- Klaar? Lezen in je leesboek
- In groepjes opd. 3 en 4 nakijken. 
    (Wat als jullie niet hetzelfde antwoord hebben?)

Slide 5 - Slide

Waarmee begint een voltooid deelwoord meestal?

Slide 6 - Open question

Van welke drie werkwoorden heb je altijd een vorm in de buurt van een vd staan?

Slide 7 - Open question

In welke zin(nen) staat een vd bijvoeglijk gebruikt?
A
Bij het stoplicht staat een rode auto.
B
De snelle wagen reed door rood.
C
De gestolen scooter werd bij het sportveld teruggevonden.
D
Hij keek tevreden terug op de gewonnen wedstrijd.

Slide 8 - Quiz

Kan een infinitief het enige werkwoord in de zin zijn?

Slide 9 - Poll

Les 4
- - Maken oefening 3 + 4 WB blz. 52 en 54 (individueel)
- Klaar? Lezen in je leesboek
- In groepjes opd. 3 en 4 nakijken
    (Wat als jullie niet hetzelfde antwoord hebben?)
- De Spelspieker
- Maken opd. 5 (klassikaal)

Slide 10 - Slide

Les 1
- Nakijken opd. 5 + vervolg maken (ww goed schrijven)
- Maken opd. 4
- In groepjes nakijken
- Hw: lezen in je leesboek

Slide 11 - Slide