Les 25-1-2021, paragraaf 4.3

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
15 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
15 minuten: aan het werk!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
15 minuten: uitleg 
5 minuten: leerdoelen testen
15 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Slide

Wie betaalt de overdrachtsbelasting?
A
de eigenaar van een huis
B
de huurder van een huis
C
de overheid
D
de makelaar

Slide 2 - Quiz

Wat is juist?
A
Bij een huurhuis is de huurbaas de eigenaar.
B
Bij een koophuis betaal je huur.
C
Een hypotheek wordt iedere maand hoger.
D
Bij een huurhuis heb je altijd recht op huurtoeslag.

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen:
1. Ik kan uitleg geven over woningfinanciering (hypotheek).

HUISWERK: Opdrachten paragraaf 4.3

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hypothecaire lening
  • Voor veel mensen de grootste lening
  • Voor een gebouw
  • Het huis of de grond dient als onderpand

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Hypothecaire leningen
  • Lening met een onderpand
Lineaire hypotheek
Annuïteitenhypotheek

Slide 8 - Slide

Hypotheeklasten
- Aflossing lening EN rentekosten

- Worden per maand betaald

Slide 9 - Slide

“huis onder water”

Slide 10 - Slide

Bij welke hypotheekvorm los je een steeds groter bedrag af?
A
Lineaire hypotheek
B
Annuïteitenhypotheek

Slide 11 - Quiz

12. Ali en Zara willen een huis kopen. De makelaar zegt dat ze ook naar een notaris moeten. Waarom is dat?
A
Die zet de huur van hun huis stop.
B
Die regelt een hypotheek.
C
Daar moeten ze een koopcontract ondertekenen.

Slide 12 - Quiz

Juist of onjuist?
Als je een hypotheek afsluit, heb je altijd een onderpand.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Opdrachten van paragraaf 4.3
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder in paragraaf 4.4.

timer
25:00

Slide 14 - Slide