Budgetlijn

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Budgetlijnen

Deze les gaan we kijken naar budgetlijnen

We zullen eerst wat theorie bekijken en daarna vragen beantwoorden.

Teams

Deel de klas op in groepen van ongeveer 4 personen. (zonder volksverhuizing)

Bedenk een team naam. Schrijf deze ergens op 

(liefst op het bord)

Vanaf nu volgt een wedstrijdje.

De vragen zijn van alle moeilijkheidsgraden dus geen probleem als je ze niet weet. ( je kan altijd nog gokken!)

Aan het eind kan je de totaalscore zien!

onthou dit voorbeeld goed! 

budget=100e. Chips kost E 0.75 en Frisdrank E 1.

Hoeveel frisdrank kan Ismar kopen als hij 25 zakken chips koopt?

1. 82
2. 67
3. 75
4. 81

Als er inflatie(stijgend prijspeil) is wat zal er dan met de budgetlijn gebeuren?

1. Verschuift naar links
2. Verschuift naar rechts
3. Blijft gelijk

Je tekent een budgetlijn-grafiek wat staat er op de assen?

1. De prijs van de goederen.
2. De prijs van de goederen in % van het budget.
3. hoeveel producten je kan kopen
4. Het evenwicht

Denk aan een ProductA/ProductB budgetlijn. Stel de prijs van ProductA verdubbelt. Hoeveel kan je nog van maximaal van productB kopen?

1. de helft
2. ongeveer 3/4de
3. evenveel
4. Niet te zeggen zonder meer informatie

 Kijk goed naar deze grafiek: De groene lijn is de nieuwe situatie, de prijs van boeken is onveranderd.  

Welke stellingen zijn (on)juist?
Stelling 1: Het budget is gestegen
Stelling 2: De prijs van CD's is gedaald

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 en 2 zijn juist
3. 1 is onjuist, 2 is juist
4. beide zijn onjuist.

Stelling: Als een budgetlijn niet veranderd betekent dit altijd dat de prijzen ook niet zijn veranderd.

1. Waar
2. Niet waar

Gefeliciteerd winnaars!

Treur niet, hopelijk is iedereen vandaag wat rijker geworden, namelijk kennis. Jullie kunnen (afhankelijk van hoeveel tijd er is) gezamelijk de vragen bespreken.