1E donderdag 2 juni 4.8 II

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Als je 
binnenkomt:


BEN IK RUSTIG LOPEND DE KLAS INGEKOMEN?
BEN IK ZONDER LAWAAI TE MAKEN DE KLAS BINNENGEKOMEN?
HEB IK MIJN TELEFOON IN DE TAS GESTOPT?
ZIT IK AAN TAFEL, LIGT MIJN BOEK, SCHRIFT, PEN OP TAFEL?
STAAT MIJN TAS NAAST ME OP DE GROND? 
BEN IK STIL AAN HET WACHTEN TOT DE LES BEGINT?  Zo ja  --> 

Slide 1 - Slide

Afspraken m.b.t. gedrag
1. Bij binnenkomst meteen je spullen op tafel.
2. Je bent stil en wacht tot de les begint. 
3. Tijdens de les praat je pas als ik je een beurt geef.


Slide 2 - Slide

Programma
Lezen                                                                     10 minuten
Nieuwe toets planning bespreken           5 minuten
Oefening H4.7 en H4.8                                   15 minuten
Oefenen met woorden H4.5                        5 minuten
Kahoot kennisquiz                                           15 minuten
Lesafsluiting                                                       5 minuten
We herhalen de stof die behandeld is. Lesdoel: na deze les kan je benoemen waar je uit H4.5, H4.7 en H4.8 nog voor moet oefenen voor de toets. 

Slide 3 - Slide

Toetsplanning:
H4.5 + H5.5 --> 50 woorden
H4.7 + H5.7 -->  grammatica
H4.8 + H5.8 --> spelling
Toets: woensdag 15 juni

Boekverslag: inleveren 22 juni. 
Ik zal volgende week de opdracht hiervoor uitdelen en uitleggen. 


Slide 4 - Slide

10 minuten lezen

Thuis nog gelezen?
Schiet het lezen een beetje op? Je hebt door de verschuiving van de inleverdatum van het boekverslag iets meer tijd. Zorg dat je uiterlijk vrijdag 10 juni je boek uithebt. 

Lees stil en rustig, zodat ook je medeleerlingen kunnen lezen. 

Slide 5 - Slide

Pak je schrift en een pen. 
We herhalen de lesstof met een paar oefeningen. 
Daarna doen we de kennisquiz. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Kies de voorzetsels. Gebruik het ezelsbruggetje: kast of vakantie


Na– dat – tijdens – vakantie – op – onder – twaalf –
schoon – in – morgen – vanzelf – door – tafel – kijkt
– het – tussen – naast – geweldig – laat – voor – vorm
– tegen – welke – wanneer – uit

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe schrijf je zwakke werkwoorden in verleden tijd? Zet deze stappen:
1. Wat is het hele werkwoord?
2. Wat is het hele werkwoord -en? Dit is de stam. 
3. Zit de laatste letter van de stam in het 't kofschip x
- nee; dan komt er -de achter
- ja: dan komt er -te achter

Dus wat is de verleden tijd van 'geloven'?

Slide 13 - Slide

Let op:
1. Soms eindigt de stam al op -d of -t. Wat dan? -->
Volg dezelfde stappen. 

- Zit de d in 't Kofschip x? nee: dus er komt -de achter. 
Ik raad het antwoord. Ik raadde het antwoord. 

- Zit de t in 't Kofschip x? ja: dus er komt -te achter. 
Ik sport iedere dag. Ik sportte iedere dag. 

Slide 14 - Slide

Meervoud
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ee
Deze woorden krijgen in het meervoud -ën: zee – zeeën; idee – ideeën. Er komt dus -ën achter het enkelvoud. 

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie
• Als de klemtoon WEL op de laatste lettergreep met -ie ligt, schrijf je -ën achter het enkelvoud:
melodie – melodieën; knie - knieën.

• Als de klemtoon NIET op de lettergreep met -ie ligt, schrijf je - ̈n achter het enkelvoud:
provincie – provinciën; bacterie – bacteriën.
Let op de plaats van het trema! Die komt altijd op de laatste e.

Slide 15 - Slide

Waar ligt de klemtoon? Schrijf dan het meervoud op
timer
3:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Nog niet iedereen heeft 4.7 en 4.8 online gemaakt. Nogmaals: voordelen online opdrachten maken:
1. Bij veel opdrachten staat 'lees de leertekst of kijk het filmpje', dan kan je meteen naar de lesstof.

2. Als je na het bekijken van de leertekst de opdracht maakt, kan je jezelf nakijken en zien welke oefening wel of niet goed gaat. 

3. Ik kan van 20 leerlingen die in hun werkboek de opdrachten maken, niet van iedere opdracht zien hoe goed die gemaakt is. Online kan ik dat wel --> samen de juiste opdrachten oefenen.

4. Betere resultaten!! Zodat jullie straks trots over je taalgebruik deze school verlaten. 


Slide 18 - Slide

Morgen in de les:
De opdrachten van H5.5 maken.
Helaas zijn er geen computers beschikbaar, we werken dus in het boek. 

Slide 19 - Slide

Neem 5 minuten om de woorden van 4.5 te oefenen. 
Overhoor elkaar. 
Hierna: kennisquiz!
timer
5:00

Slide 20 - Slide

KENNISQUIZZZZZ

Slide 21 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 22 - Slide