Klas 1 - herhaling pvtt/pvvt

WELKOM

Bij Nederlands
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM

Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

10 min. 
lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

VANDAAG

  • Raadgedicht 
  • Uitleg boekopdracht 
  • Herhalen persoonsvorm (tt/vt)

Slide 3 - Slide

Raadgedicht vorige week


Goede antwoord:

Slide 4 - Slide

Raadgedicht vorige week


Goede antwoord:
landschap 

Slide 5 - Slide

Raadgedicht deze week



Slide 6 - Slide

Uitleg boekopdracht
  • Je maakt één van de onderstaande opdrachten over je leesboek.
  • Je krijgt voor deze opdracht een v (voldoende) of een o (onvoldoende), dus géén cijfer.
  • Inleveren: uiterlijk 1 december 2022.

Slide 7 - Slide

Uitleg boekopdracht
  • Opdracht 1 Stripverhaal: Maak een stripverhaal van minimaal 10 plaatjes van een fragment uit het boek. Zet erbij over welke bladzijden uit het boek jouw stripverhaal gaat en leg ook uit waarom je dit fragment hebt gekozen (min. 100 woorden). 

  • Opdracht 2 Tien jaar later...
Eis: minimaal 150 woorden
Een bijpersoon uit het boek blikt tien jaar na afloop van het verhaal terug op de hoofdpersoon en de belangrijkste gebeurtenissen uit het boek. Laat zien welk verschil de tijd heeft aangebracht.



Slide 8 - Slide

Uitleg boekopdracht
  • Opdracht 3 Gedichten schrijven. Eis: twee gedichten. Maak zelf 2x een gedicht (bijv. elfje of haiku) naar aanleiding van (een onderwerp uit) jouw boek.

  • Opdracht 4 Netflix-serie
Een serie op Netflix bestaat uit afleveringen. Bij elke aflevering zie je een korte beschrijving staan van wat er in die aflevering gaat gebeuren. Natuurlijk worden er geen 'spoilers' gegeven!
Stel: jouw boek is een Netflixserie. Deel je boek op in delen en beschrijf per deel (aflevering) wat er wordt beschreven. Dit hoeven geen lange teksten te zijn, juist niet!




Slide 9 - Slide

Uitleg boekopdracht
  • Opdracht 5 Tijdlijn. Maak een tijdlijn van de gebeurtenissen in je boek. Beschrijf minimaal vijf gebeurtenissen en zet ze op volgorde van tijd (chronologische volgorde). Maak een korte inleiding bij je tijdlijn. Stel hierin de hoofdpersoon voor. Je mag ook een profiel van de hoofdpersoon maken.


  • Opdracht 6 Ander einde schrijven
Schrijf een ander einde bij het boek dat je hebt gelezen. Gebruik minimaal 150 woorden.




Slide 10 - Slide

Wat weet je nog over sterke en zwakke werkwoorden?

Slide 11 - Mind map

Welke regel gebruik je bij de spelling van persoonsvorm tt?
A
t kofschip
B
Stam + t
C
Loop-truc
D
verleden tijd zetten

Slide 12 - Quiz

't Sexy fokschaap gebruik je voor de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Bij de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd gebruik je de verlengproef om te horen of het woord op een -d of -t eindigt.
A
Juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Bij de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd ga je uit van de
ik-vorm.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd?
A
vergiste
B
vergisten
C
vergistte
D
vergistten

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm verleden tijd?

Door de verkoudheid [...] ik heel erg

A
hoeste
B
hoestte
C
hoesten
D
hoestten

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de ik-vorm in de verleden tijd?
A
bereide
B
bereiden
C
bereidde
D
bereidden

Slide 18 - Quiz

Welke persoonsvorm heeft de juiste spelling in de tegenwoordige tijd?
Emma (verzenden) een e-mail
A
verzend
B
verzendt
C
verzent
D
verzond

Slide 19 - Quiz

Vul de juiste spelling van de pvtt in:

Hij .............. snel boos
A
word
B
wort
C
wordt
D
werd

Slide 20 - Quiz

Welke zin is correct gespeld?
A
Vorig jaar verhuisden we naar de Reeshof.
B
Vorig jaar verhuisten we naar de Reeshof.

Slide 21 - Quiz

Volgende les:
Verder met oefenen 
Leesboek/boekopdracht mee

Slide 22 - Slide