Chapter 1 I writing&grammer gerund and to + infinitives

Chapter 1

This lesson:

  • Grammar 3 Chapter 1
I can use gerunds and to + infinitive in a sentence
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Chapter 1

This lesson:

  • Grammar 3 Chapter 1
I can use gerunds and to + infinitive in a sentence

Slide 1 - Slide

Welke woordsoort is het woord "cycling" in deze zin?
"I am [cycling] to my work."
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quiz

Welke woordsoort is het woord "cycling" in deze zin?
"[Cycling] is my favourite hobby."
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Wat is een gerund? 


Een werkwoord dat gebruikt wordt als zelfstandig naamwoord. 

Slide 6 - Slide

Hoe maak je de gerund?
Werkwoord +ing 

De gerund lijkt dus qua vorm heel erg op de present continuous (I am going to the city), maar dan ZONDER een vorm van 'to be'

Slide 7 - Slide


Een gerund is een..
A
..zelfstandig naamwoord dat gebruikt wordt als een werkwoord.
B
..werkwoord dat gebruikt wordt als een zelfstandig naamwoord.

Slide 8 - Quiz

Bij welke werkwoorden gebruik je de gerund?
A
love, like, hate, enjoy
B
love, hope, expect
C
expect, refuse
D
promise, plan, refuse

Slide 9 - Quiz

Gerund of normaal werkwoord?
"He hates [eating] cold food."
A
Gerund
B
Normaal werkwoord
C
No idea.

Slide 10 - Quiz

Uitleg
He hates [eating]  cold food. 

What does he hate?
Eating cold food.

Na 'hate' komt gerund 

Slide 11 - Slide

Gerund of normaal werkwoord?
"[Eating] vegetables is good for your health."
A
Gerund
B
Normaal werkwoord
C
No idea.

Slide 12 - Quiz

Uitleg
[Eating] vegetables is good for your health. 

What is good for your health? 
Eating vegetables.

Slide 13 - Slide

Anna is [eating] her sandwiches in the kitchen.
A
Gerund
B
Werkwoord
C
No idea.

Slide 14 - Quiz

Uitleg
Anna is [eating] her sandwiches in the kitchen. 

Is eating = present continuous

What is she doing right now? She is eating. 

Slide 15 - Slide

I don't like .... books.
A
to read
B
reading

Slide 16 - Quiz

Uitleg

Na 'like' komt gerund

Slide 17 - Slide

He wants ... some pizza next.
A
to eat
B
eating

Slide 18 - Quiz

Uitleg

Na 'expect' komt to + infinitive

Slide 19 - Slide

I expect ... home at 9 pm.
A
to be
B
being

Slide 20 - Quiz

She enjoys ... a bath before bed.
A
to have
B
having

Slide 21 - Quiz

We like ... our homework during the lesson.
A
to do
B
doing

Slide 22 - Quiz

Homework
Chapter 1 - I writing&grammar
grammar 3
50abcd - 51ab
Slimstampen
Grammar 3a + 3b (50%)

Slide 23 - Slide