2.1 Water is overal

§2.1: Water is overal

p. 76

1 / 12

Slide 1: Slide

ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§2.1: Water is overal

p. 76

Slide 1 - Slide

Waar gebruiken we water voor?

Drinkwater voor mens, dier en natuur
Oplosmiddel, om zout, ranja, verf, alcohol of zeep in op te lossen.
Spoelmiddel, toilet doortrekken of een wond schoonmaken.
Hulpmiddel bij de bereiding van voedsel, zoals bij koken.

Slide 2 - Slide

Oppervlaktewater

Al het water wat te zien is aan het oppervlak van de aarde
Slootjes, rivieren, meren en zeewater.
Oppervlaktewater is meestal niet schoon genoeg om te drinken.

Slide 3 - Slide

Grondwater

Al het water wat niet zichtbaar is, dus zich onder het oppervlak/in de bodem bevindt.
Komt in de bodem terecht door regen of (smeltend) sneeuw
Bevat veel zouten (opgelost uit de grond). Maar schoner dan oppervlaktewater, want geen schadelijke stoffen.
Wordt gebruikt om drinkwater van te maken.

Slide 4 - Slide

Drinkwater

Drinkwater kan veilig worden gedronken.
In flesjes, maar ook uit de kraan.
Ook dit bevat nog wel opgeloste stoffen, zoals kalk, zouten, en zuurstof. Hoeveel kalk bevat water? Dat noemen we concentratie.

Slide 5 - Slide

Concentratie berekenen

Concentratie geeft aan hoeveel van een stof in het totale mengsel aanwezig is.

Slide 6 - Slide

Concentratie

Oplossingen bestaan uit een oplosmiddel en een opgeloste stof.
Hoe meer stof we oplossen, hoe hoger de concentratie
Denk bijvoorbeeld aan suiker, hoe meer suiker, hoe zoeter -> hogere concentratie suiker.

C o n c e n t r a t i e = \frac{​ M a s s a o p g e l o s t e s t o f ( g ) ​ ​}{​ V o l u m e o p l o s s i n g ( L ) ​}

Slide 7 - Slide

Dezelfde formule als dichtheid!

C o n c e n t r a t i e = \frac{​ M a s s a o p g e l o s t e s t o f ( g ) ​ ​}{​ V o l u m e o p l o s s i n g ( L ) ​}

Slide 8 - Slide

Wat is de juiste formule voor het berekenen van de concentratie?

concentratie = volume / massa stof

massa stof = concentratie / volume

concentratie = volume / massa stof

concentratie = massa stof / volume

Slide 9 - Quiz

Als je meer suiker in de thee doet, neem de concentratie toe.

Juist

Onjuist

Slide 10 - Quiz

Bijvoorbeeld. We hebben een blikje cola van 0,2L. Daarin zit 11 gram suiker. Bereken de concentratie in g/L.

Slide 11 - Open question

(Huis)werk

Opgaven 1 t/m 6 op blz. 81

Test Jezelf maken van 2.1

Slide 12 - Slide