H6 - Les 11 - Herhaling 6.3/6.4 - klassikaal

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:

Pen

Geodriehoek

Boek en schrift
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:

Pen

Geodriehoek

Boek en schrift

Slide 1 - Slide

Planning
Week 19
11 mei
6.3 afmaken
12 mei
Start 6.4
Week 20
18 mei
6.4 afmaken (Leerdoelen overzicht)
19 mei
Toetsvoorbereiding
Week 21
Toetsvoorbereiding
Week 22
Cito
Week 23
Toetsweek

Slide 2 - Slide

Vandaag

Oefentoets opdrachten bespreken.

Leerdoelen 6.3 en 6.4 bespreken.

Slide 3 - Slide

Huiswerk
Oefentoets Opdracht 
7
Oefentoets
Opdracht
12
  • Voor dinsdag
  • Maak in je schrift
Oefentoets
Opdracht 13

Slide 4 - Slide

Vraag 7

Slide 5 - Slide

Vraag 12 en vraag 13

Slide 6 - Slide

Werkblad 6.3

Vul zo veel mogelijk in op het werkblad bij de 
leerdoelen van paragraaf 6.3.
timer
10:00

Slide 7 - Slide





Je kunt drie constructieregels bij een lens noemen.
1) Lichtstralen door het 
optisch midden van de 
lens gaan rechtdoor.
2) Lichtstalen die evenwijdig lopen aan de optische as gaan door het brandpunt.
3) Lichtstralen die uit één punt vertrekken komen ook in één punt samen.

Slide 8 - Slide




Je kunt lichtstralen en beelden bij een bolle lens construeren.

Stap 1) Construeer het beeld 
van het punt bovenaan het voorwerp.

Stap 2) Construeer het beeld van het punt onderaan het voorwerp.

Stap 3) Construeer het beeld van het complete voorwerp door de beeld punten met elkaar te verbinden.


Slide 9 - Slide





Je kunt uitleggen wat een reëel beeld is. 

Beelden die je kunt 
projecteren op een scherm noem je reëele beelden.

Beelden die je niet op een scherm kunt vangen (spiegelbeelden)
 heten virtuele beelden.

Slide 10 - Slide



Je kunt de beeldgrootte opmeten in een constructie en aan de hand daarvan de vergrotingsfactor berekenen.





        is de vergrotingsfactor
        is de beeldgrootte (m)
        is de voorwerpsgrootte (m)
N=LvLb
N
Lb
Lv

Slide 11 - Slide

Werkblad 6.4

Vul zo veel mogelijk in op het werkblad bij de 
leerdoelen van paragraaf 6.4.
timer
10:00

Slide 12 - Slide





Je kunt uitleggen wat het nabijheidspunt en het vertepunt is.


Het meest nabije punt dat je nog scherp kunt zien heet het nabijheidspunt.

Het verste punt wat je scherp kunt zien heet het vertepunt.

Slide 13 - Slide




Je kunt uitleggen wat accommoderen is.


Het aanspannen van je oogspier om zo je ooglens boller te maken en een beeld scherp te kunnen zien, noem je accommoderen.

Slide 14 - Slide




Je kunt de lenssterkte berekenen uit de brandpuntafstand.
... 



         
         is  de lenssterkte 
         in dioptrie (dpt)
         is de brandpuntafstand 
         in meter (m)
S=f1
S
f

Slide 15 - Slide



Je kunt uitleggen wat de volgende drie oogafwijkingen inhouden:
- oudziend
- verziend
-bijziend
Oudziend: ontstaat als 
men ouder wordt. Kan
 dichtbij niet scherp meer zien.

Verziend: zien in de verte goed, maar niet dichtbij.

Bijziend: zien dichtbij goed, maar niet in de verte.

Slide 16 - Slide




Je kunt uitleggen welke hulplenzen bij bepaalde oogafwijkingen nodig zijn. 



Oudziend: positieve hulplens.
Verziend: positieve hulplens.
Bijziend: negatieve hulplens.

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Oefen zelfstandig opdrachten van het leerdoelen overzicht

Slide 18 - Slide