Anatomie les 4 slaap en hormoonstelsel

Les 4 Slaapwaakritme en Hormoonstelsel
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AnatomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 4 Slaapwaakritme en Hormoonstelsel

Slide 1 - Slide

Vandaag
Je weet:
  • Uit te leggen wat slaap is
  • Wat de functie is van slaap
  • De verschillende fases in de slaapcyclus te benoemen
  • Welke klieren behoren tot het hormoonstelsel
  • Wat de vrouwelijke en mannelijke geslachtshormonen zijn
  • Wat de functie van de hypofyse is

Slide 2 - Slide

Even opfrissen van les 3

Slide 3 - Slide


A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk
C
Het is geen geslachtskenmerk

Slide 4 - Quiz

Schaamlippen bij een meisje zijn
A
Primair geslachtskenmerk
B
Secundair geslachtskenmerk

Slide 5 - Quiz

Kenmerk dat bij de geboorte al aanwezig is
A
primair geslachtskenmerk
B
secundair geslachtskenmerk

Slide 6 - Quiz

Waarmee start de menstruatiecyclus?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Eisprong
D
Gele lichaam

Slide 7 - Quiz

SLAPENNNNNN.......

Slide 8 - Slide

Hoeveel uren slaap jij?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Wat is slaap?
  • Een natuurlijk, dagelijks terugkerende toestand waarin het lichaam en de hersenen tot rust komen en kunnen herstellen.
  • 1/3 van ons leven brengen we al slapend door.
  • Slaap is een eerste levensbehoefte = even belangrijk als eten en drinken.

Slide 11 - Slide

Wat gebeurt tijdens het slapen?
  • Ademhaling en hartslag  wordt langzamer.
  • Hersenactiviteit wordt minder.
  • De lichaam groeit omdat tijdens het slapen groeihormonen worden aangemaakt.
  • Lichaamstemperatuur wordt iets lager.
  • Spieren ontspannen zich en herstellen.
  • Stofwisseling wordt trager.
  • Weefsels vernieuwen zich.
  • Als we ziek zijn, herstellen we tijdens de slaap.

Slide 12 - Slide

Wat is een slaapcyclus?
  • Een slaapcyclus duurt ongeveer 90 tot 120 minuten. 
  • Een slaapcyclus kent 5 fases
  • In een normale nacht wordt deze 4 à 5 keer doorlopen.
  • Doorgaans word je na elke cyclus even wakker.
  • Je lichaam checkt even of er geen pijnprikkels zijn, of je blaas niet te vol is en of de omgeving veilig is.
  • Is er iets niet in orde, dan word je wakker om actie te ondernemen. 
  • Is alles in orde, dan slaap je terug in en begint de cyclus opnieuw.

Slide 13 - Slide

De verschillende slaapfasen. 
  • Fase 1 =  inslaapfase: je zweeft tussen waken en slapen. Je ogen vallen toe, de hersenactiviteit neemt af. Gevoel in een put te vallen. Dit duurt een paar minuutjes.
  • Fase 2 = lichte slaap: je slaapt, maar nog niet diep. Je wordt niet meer van elk geluid wakker, maar als je toch wakker wordt, heb je nog niet het gevoel dat je goed hebt geslapen. Deze fase duurt iets minder dan een uur.
  • Fase 3 = de overgangsfase naar de diepe slaap: na 30 min. daalt je ademhaling en regelmatig, je hartritme daalt en je spieren ontspannen. Deze fase duurt een 5-tal minuten.
  • Fase 4 = de diepe slaap: je bent moeilijk te wekken. Als je nu wakker wordt, voel je je verward en heb je tijd nodig om je te realiseren waar je bent (desoriëntering). Deze fase duurt iets minder dan 20 minuten en zorgt voor fysieke rust. In deze fase kan je ook gaan slaapwandelen.
  • Fase 5 = de REM-slaap (ogen flitsen) = droomslaap: hartritme en ademhaling zijn in deze fase onregelmatig. Je spieren zijn totaal ontspannen en je bloeddruk stijgt. Er is een grote hersenactiviteit: de verwerking van gegevens en er worden bepaalde zaken opgeslagen in ons langetermijngeheugen. Het is ook de fase van het emotionele herstel. Omdat je lichaam volledig in rust is en je brein tegelijk op volle toeren draait. Deze fase duurt ongeveer 20 minuten. Doorgaans word je nadien even wakker, maar te kort om het je te herinneren, vooraleer de cyclus opnieuw begint met de inslaapfase.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Factoren die de slaap beïnvloeden.
  • Leeftijd
  • Omgevingsfactoren en/of slechte slaapomstandigheden.
  • Lichamelijke klachten of problemen.
  • Psychische problemen.
  • Leefgewoonten en gedrag.

Slide 16 - Slide

Wat als we te weinig slapen? 
  • Tast het geheugen aan, het concentratievermogen en de reactiesnelheid.
  • Leidt tot minder energie en minder prestaties.
  • Beïnvloedt onze emoties.
  • Minder weerstand tegen stress en ziektes

Slide 17 - Slide

Hormoonstelsel
Hormoonklieren -> produceren hormonen
Hormonen worden afgegeven aan het bloed en komen bij alle cellen van het lichaam
Hormonen regelen de werking van organen

Slide 18 - Slide


Wat zijn hormonen?
A
Electrische signalen
B
Chemische boodschappers
C
Chemische brandstoffen
D
Electrische stroomstoten

Slide 19 - Quiz

Welke hormonen ken je?

Slide 20 - Mind map

Hormoonstelsel
Hormonen regelen langzame en langdurige processen:
  • groei 
  • ontwikkeling 
  • stofwisseling  
  • voortplanting
  • reguleren van lichaamstemperatuur

Slide 21 - Slide

Hormoonklieren
  1. schildklier
  2. bijnier
  3. eilandjes van langerhans
  4. hypofyse 

Slide 22 - Slide

schildklier
  • schildklierhormoon, Thyroxine
  • groei/ontwikkeling/stofwisseling 

Slide 23 - Slide

Bijnieren
Produceren adrenaline in stressvolle situaties.
Het zorgt ervoor dat je snel kunt reageren op een situatie.
Adrenaline zorgt ervoor dat de lever/spieren glycogeen omzetten in glucose.

Slide 24 - Slide

hypofyse
FSH & LH: beïnvloeden testes en ovaria
TSH (thyroïdstimulerendhormoon): beïnvloed de schildklier
Oxitocine: stimuleert het ontstaan van weeën, melksecretie en het ontstaan van band tussen partners/moeder en kind.
ADH (antidiuretisch hormoon): regelt de resorptie van water in de nieren, hierdoor constante osmotische waarde.
GH(Groeihormoon): regelt groei en ontwikkeling 

Slide 25 - Slide

Eilandjes van Langerhans
Liggen in je alvleesklier.

Zorgen samen voor productie van twee hormonen die de bloedsuikerspiegel constant houden.
Insuline en Glucagon.

Slide 26 - Slide


Wat doet de hypofyse?
A
Hier wordt testosteron geproduceerd
B
Dit is de regelkamer van het hormoonstelsel
C
Dit is de verbinding tussen hormoon - en zenuwstelsel
D
Hier wordt glucagon geproduceerd

Slide 27 - Quiz


Wat is het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
Testosteron
B
Adrenaline
C
Oestrogeen
D
Thyrodien

Slide 28 - Quiz


Waar wordt adrenaline geproduceerd?
A
Hypofyse
B
Schildklier
C
Bijnieren
D
Testikels

Slide 29 - Quiz

Welke 2 hormonen worden in de Eilandjes van Langerhans geproduceerd?
A
Insuline en glucagon
B
Thyroxine en oestrogeen
C
Oestrogeen en testosteron
D
Anti-diuretisch hormoon

Slide 30 - Quiz

Einde les
Vragen??

Slide 31 - Slide