Le conditionnel présent (verbes irréguliers)

futur simple:
zij zal willen
A
elle pourra
B
elle voudra
C
elle viendra
D
elle ira
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

futur simple:
zij zal willen
A
elle pourra
B
elle voudra
C
elle viendra
D
elle ira

Slide 1 - Quiz

futur simple:
wij zullen zijn
A
on sera
B
on aura
C
nous seront
D
nous aurons

Slide 2 - Quiz

futur simple:
jij zal hebben
A
tu devras
B
tu feras
C
tu auras
D
tu iras

Slide 3 - Quiz

futur simple:
zij zullen zijn
A
ils serons
B
ils aurons
C
ils seront
D
ils auront

Slide 4 - Quiz

Futur simple:
ik zal kunnen
A
Je voudrai
B
j'aurai
C
je pourrai
D
je ferai

Slide 5 - Quiz

futur simple:
u zult kunnen
A
nous voudrez
B
vous pourrez
C
nous pourrons
D
vous devrez

Slide 6 - Quiz

futur simple:
men zal zijn
A
il aura
B
nous serons
C
on sera
D
vous ferez

Slide 7 - Quiz

futur simple:
wij zullen hebben/krijgen
A
on fera
B
nous aurons
C
on sera
D
nous devrons

Slide 8 - Quiz

futur simple:
hij zal zijn
A
il sera
B
il aura
C
il ira
D
il voudra

Slide 9 - Quiz

vertaal:
Jullie zullen willen

A
on voudra
B
vous vourrez
C
ils voudront
D
vous voudrez

Slide 10 - Quiz

hij zal gaan

Slide 11 - Open question

jullie zullen slapen

Slide 12 - Open question

Le conditionnel présent 
verbes (ir)réguliers

Slide 13 - Slide

Traduis:
Ik zou gaan

Slide 14 - Open question

Traduis:
Jij zou hebben
timer
0:10

Slide 15 - Open question

Traduis:
Hij zou zien
timer
0:10

Slide 16 - Open question

Traduis:
Wij zouden mogen (pouvoir)
timer
0:10

Slide 17 - Open question

Traduis:
Het zou regenen
timer
0:10

Slide 18 - Open question

Traduis:
Jullie zouden hebben

Slide 19 - Open question

Traduis:
Het zou zijn
timer
0:10

Slide 20 - Open question

Traduis:
U zou ontvangen (recevoir)
timer
0:10

Slide 21 - Open question

Traduis:
Zij (fém) zouden willen
timer
0:10

Slide 22 - Open question

Traduis:
Men (on) zou doen
timer
0:10

Slide 23 - Open question

Traduis:
Jij zou zijn
timer
0:10

Slide 24 - Open question

Traduis:
Wij zouden verzenden (envoyer)

Slide 25 - Open question

Traduis:
Ik zou weten
timer
0:15

Slide 26 - Open question

Traduis:
Zij (masc) zouden gooien (jeter)
timer
0:15

Slide 27 - Open question

Traduis:
Zij zou herhalen (répéter)

Slide 28 - Open question

Traduis:
Jullie zouden kuisen
timer
0:15

Slide 29 - Open question

Traduis:
Hij zou wegen. (peser)
timer
0:20

Slide 30 - Open question