Examen Nederlands - taal en stijlmiddelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5

Taal en stijlmiddelen

Drogredenen

Welke 12 drogredenen
zijn er?

Onjuist gebruik van argumentatieschema

1. onjuist beroep op oorzaak- en gevolg
2. onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
3. overdrijving
4. vals dilemma
5. overhaaste generalisatie
6. verkeerde vergelijking
7. onjuist beroep op autoriteit

Overtreding van discussieregel

1. persoonlijke aanval
2. ontduiken van de bewijslast
3. cirkelredenering
4. vertekenen van een standpunt
5. bespelen van publiek

‘Groningers zijn zuinig.’

1. onjuist beroep op autoriteit
2. overhaaste generalisatie
3. ontduiken van de bewijslast
4. cirkelredenering

'Ik weet zeker dat het zo is! De professor zei het zelf.'

1. vals dilemma
2. vertekenen van het standpunt
3. onjuist beroep op autoriteit
4. ontduiken van de bewijslast

'Dat rapport is geschreven door Jansen van de Shell.' 'Is dat niet die man die onlangs in het nieuws kwam wegens belastingontduiking?'

1. ontduiken bewijslast
2. persoonlijke aanval
3. bespelen van het publiek
4. vals dilemma

'Ik vind dat medisch specialisten te veel verdienen.' 'Dus je bent het met me eens dat hun tarieven drastisch omlaag moeten!'

1. onjuist beroep op autoriteit
2. overhaaste generalisatie
3. onjuist beroep op kenmerk
4. vertekenen van een standpunt

Of je voedt kinderen streng op met het gevolg dat ze gefrustreerd raken, of je laat ze vrij met het gevolg dat ze volledig ontsporen.

1. vals dilemma
2. overdrijven van voor- of nadelen
3. onjuist beroep op oorzaak en gevolg
4. bespelen van het publiek

Dit kabinet heeft zijn langste tijd gehad. Dat zal iedereen met mij eens zijn.

1. cirkelredenering
2. bespelen van het publiek
3. ontduiken van de bewijslast
4. onjuist beroep op autoriteit

Wat is een nuancering?

Wat is een relativering?

Leg het verschil tussen 'aanleiding' en 'constatering' uit in eigen woorden. Geef daarbij een voorbeeld.

Wat is een bezwaar?

Een argumentatie is niet aanvaardbaar als de argumenten

1. onderling consistent zijn
2. op zichzelf relevant en aanvaardbaar zijn
3. samen ontoereikend zijn
4. afkomstig zijn van een betrouwbare bron

Stijlmiddelen

Op 4 en 5 mei hadden we beter gratis poffertjes kunnen uitdelen; dat had evenveel geholpen als die prachtige toespraken van de afgelopen 70 jaar.

1. ironie
2. sarcasme
3. eufemisme
4. understatement

De kroning van prins Charles zal wel een aardig duitje gekost hebben.

1. ironie
2. sarcasme
3. hyberbool
4. understatement

Bij de kroning van prins Charles keek de hele wereld toe.

1. ironie
2. eufemisme
3. hyperbool
4. understatement