Slagaders:
1. Zuurstofrijk bloed
(behalve longslagader)
2. Elastische wand
3. Genoemd naar orgaan
waar naartoe het bloed stroomt
4. Geen kleppen
Aders:
1. Zuurstofarm bloed
(behalve longader)
2. Geen elastische wand
3. Genoemd naar orgaan waar vanaf het bloed stroomt
4. Wel kleppen, zodat het bloed niet terug kan stromen