Media

Media
Hoofdstuk 5. Toets in de proefwerkweek!

Log alvast in!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Media
Hoofdstuk 5. Toets in de proefwerkweek!

Log alvast in!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Vandaag: uitleg
Morgen werken voor PO en toets bespreken.

Uitleg:
- Wat is communicatie en verschillende soorten media (p1 en 2)
- Herhaling uitleg van PO1
- Maak aantekeningen van de inhoudelijke slides (voorbereiding)

Slide 2 - Slide

Hoeveel schermtijd heb jij (iPad, TV, telefoon, ... bij elkaar opgeteld)
3 uur of minder
3-6 uur
7-9 uur
meer...

Slide 3 - Poll

Wat is media
Zender
Ontvanger
medium
Informatie
Een middel om te communiceren

Slide 4 - Slide

Massacommunicatie
Openbare communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt

Slide 5 - Slide

Hoeveel denk je is de gemiddelte Nederlander dagelijks met massamedia bezig?
A
3 uur of minder
B
3-6 uur
C
7-9 uur
D
9 uur of meer

Slide 6 - Quiz

Noem 3 media die gebruikt worden voor massacommunicatie (massamedia)

Slide 7 - Mind map

Lees "waar gebruiken we de media voor" op p. 71. Noem ten minste 3 functies waarvoor je je telefoon gebruikt. Leg uit!

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Link

Omroepen
Organisaties die via radio, tv, internet informatie uitzenden naar een groot publiek
Commerciële omroepen verdienen hun geld door advertenties
Publieke omroepen moeten zich aan de mediawet houden: pluriform aanbod (verschillende doelgroepen)
 Gefinanceerd door belastingsgeld. 

Slide 10 - Slide

Een doelgroep is:
A
alle keepers bij balsporten
B
Een groep mensen die hetzelfde doel hebben
C
Een groep mensen die dezelfde kenmerken hebben
D
Alle mensen die zorgen voor een goed doel

Slide 11 - Quiz

Kwaliteitskranten zijn kranten die ...
A
zich richten op sensationeel nieuws
B
geven uitgebreide achtergrond info
C
verschijnen een paar keer per maand
D
hebben dezelfde kenmerken

Slide 12 - Quiz

Wat betekent 'hoor en wederhoor'?
A
Dat je luistert naar alle partijen
B
Dat je alles van 1 kant belicht
C
Dat je alle directeuren interviewt
D
Dat je luistert en je mening geeft

Slide 13 - Quiz

Maak deze zin zo objectief mogelijk: Opgefokte politieagenten slaan vreedzame demonstratie met veel geweld neer.

Slide 14 - Open question

Welke uitspraak klopt?
1. Het vermelden van een nieuwsbron betekent dat de informatie is gecontroleerd.
2. Bij het vermelden van een nieuwsbron is hoor en wederhoor niet meer nodig.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 15 - Quiz

Media
Hoofdstuk 5. 
Je hoeft niet in te loggen!

Slide 16 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg: wat is nieuws
Zelfstandig werken, opdrachten in het werkboek. 
Morgen: PO

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
Maak de werkboek opdrachten tot en met paragraaf 3. 
Klaar? Laat het me weten.



Slide 23 - Slide