Unidad 4 Imperfecto

1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesprogramma
A: Spreekvaardigheid- Describir imagenes
Thema's:
- Je gaat een persoon beschrijven
- Je gaat een object beschrijven (vorm/kleur/materiaal)
- Instructieboekje
- Presentatie van 5 minuten, video-opdracht.

B: Woordenschat: opfrissen van vorige les/ 10minuten
C: Herhaling: Pretérito perfecto en Lijdend Voorwerp
D: Pretérito Imperfecto pagina 62/ 102 t/m 105
E: Tekstboek: Cuando era pequeño, opdracht 1 t/m 3 p. 56
D: Werkboek: opdracht 1, 3, 4 en opdracht 6. Pagina 66 t/m68



Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • R: Ken je de pretérito perfecto
  • T1: Je kan pretérito perfecto in de juiste vorm invullen.
  • R: Kan je de lijdenvoorwerp vervangen naar lo-los/la-las
  • R: Imperfecto toepassen
  • T1: JE KAN IMPERFECTO IN DE JUISTE VORM IN SIMPELE CONTEXT ZETTEN.
  • T2 Je kan onderscheid in gebruik maken tussen perfecto en imperfecto in een text.



 

Slide 5 - Slide

timer
20:00

Slide 6 - Slide

las
los 
la
lo
camiseta
vestido
vaqueros
zapatillas
falda
traje
sandalias

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

La-Las
Lo-Los

Slide 9 - Slide

1. ¿Quién tiene el aceite de oliva? 
tiene José.
2. ¿Compras tú las manzanas? No, 
compra Ana.
3. ¿Y los huevos? No
veo.
4. ¿Compramos una tarta? Sí, 
compro yo.
Preparación para la comida.
5. Busco el pan. 
tiene Javi.
6. ¿Preparáis una tortilla de patatas? Sí
preparamos.
lo
lo
la
la
los
las

Slide 10 - Drag question

Lijdend voorwerp als pers.vnw
Meewerkend voorwerp als pers.vnw
Sleep naar de juiste plek
Me
Te
?
Me
Te
?
Nos
Os
?
Nos
Os
?
Le
Lo
Les
Los

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Video

Welke werkwoorden zijn regelmatig en welke zijn onregelmatig in de imperfecto?
Regelmatig
Onregelmatig
ir
saber
conducir
ver
ser
estudiar
tener
salirse

Slide 13 - Drag question

Waarvoor wordt de imperfecto gebruikt?
Personen en dingen  beschrijven.
Met de imperfecto beschrijf je het uiterlijk en geef je de leeftijd aan in de verleden tijd. 
Met de imperfecto beschrijf je ook de fysieke toestand in de verleden tijd. 
Met de imperfecto beschrijf je ook het karakter en emotionele status van een persoon in de verleden tijd. 
7) Yo no podía mover mi cuerpo.
6) Quetzalcotl sentía compasión por los hombres.
5) Yo estaba enfermo.
4) Los aztecas eran inteligentes.
3) La diosa era muy guapa.
2) Nadie sabía del secreto.
1) Ocopilli tenía quince años.

Slide 14 - Drag question

Tijdsaanduidingen imperfecto
Maak de volgende opdrachten:
  • Opdracht: 1 t/m 4 pagina 65
Werkboek pagina 66 & 67
  • opdracht 1
  • opdracht 3
  • opdracht 4
  • opdracht 6 

Slide 15 - Slide


Einde van de les! Deze les was...
niet leuk
wel aardig
leuk
humor

Slide 16 - Poll