Lesje Open Middag Oktober 2022

Avete, discipuli!
Avete, discipuli!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Avete, discipuli!
Avete, discipuli!

Slide 1 - Slide

Handig om even erbij te pakken: 
- een schriftje of papier
- een pen of potlood

Slide 2 - Slide

Wat weet jij al van de Romeinen?

Slide 3 - Mind map

Welk woord komt niet uit het Latijn?
A
docent
B
school
C
overhoring
D
pen

Slide 4 - Quiz

Weet jij wie de oppergod
is bij de Romeinen?
A
Jupiter
B
Zeus
C
Neptunus
D
Venus

Slide 5 - Quiz

Wie was de godin van de liefde én moeder van de stichter van Rome?
A
Minerva
B
Venus
C
Diana
D
Ceres

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Parisoordeel

Slide 9 - Slide

Paris rooft Helena

Slide 10 - Slide

Troje ingenomen

Slide 11 - Slide

Waarom heeft een bepaald computervirus 
de naam Trojan Horse gekregen?

Slide 12 - Slide

Forum Hadriani
Rome
Troje
Sparta

Slide 13 - Drag question

Latijn: kan jij een beetje vertalen?

Aeneas Troianus est. 

= Aeneas is een / de Trojaan. 
Aeneas = Aeneas
Troianus = Trojaan
est = (hij/zij/het) is

Slide 14 - Slide

Wat is er goed?
Aeneas Troianus est =
A
Aeneas is een Trojaan
B
Aeneas is de Trojaan

Slide 15 - Quiz

Vertaal de volgende zinnetjes.
  1. Aeneas Troianus est.
  2. Aeneas currit. Fugit.
  3. Anchises pater Aeneae est.
  4. Non currit, nam senilis est.
  5. Ascanius filius Aeneae est.
  6. Ascanius quoque fugit.
  7. Currit, nam puer est.
  8. Cur heroes fugiunt.
  9. Ze zijn bang: Troje is ingenomen!

Aantekeningen
Troianus = (een/de) Trojaan
est = (hij) is
currit = (hij) rent
fugit = (hij) vlucht
pater = vader
Aeneae = van Aeneas
non = niet
senilis = oud, bejaard
nam = want, namelijk
filius = zoon
quoque = ook
puer = jongen
cur = waarom
heroes = helden
fugiunt = (ze) vluchten



Slide 16 - Slide

Vertaal de volgende zinnetjes.
  1. Aeneas Troianus est.                   Aeneas is een Trojaan.
  2. Aeneas currit. Fugit.                    Aeneas rent. Hij vlucht.
  3. Anchises pater Aeneae est.       Anchises is de vader v. Aeneas.
  4. Non currit, nam senilis est.        Hij rent niet, want hij is oud.
  5. Ascanius filius Aeneae est.        Ascanius is de zoon van Aeneas.
  6. Ascanius quoque fugit.              Ascanius vlucht ook.
  7. Currit, nam puer est.                   Hij rent, want hij is een jongen.
  8. Cur heroes fugiunt?                    Waarom vluchten de helden?   
  9. Ze zijn bang: Troje is ingenomen!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Gymnasium op het Maartens is dus...
  1. Mooie verhalen!
  2. Uitbreiding van je woordenschat in Nederlands, Engels, Frans
  3. Talen leren die bijna niemand nog begrijpt
  4. Geschiedenis
  5. Wereld om je heen beter begrijpen
  6. Leuke uitjes en activiteiten!

Slide 19 - Slide

Erop uit
met het gymnasium!
Gymnasiumdag 
op het 
Maartens

Slide 20 - Slide





Tot volgend jaar op het 
Sint Maartenscollege?
VALETE!

Slide 21 - Slide