Ned_week20_vwo2_les 2_verbanden_ptt_vtd

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Terugblik 
Uitleg
Samen oefenen
Evalueren
Vooruitblik 
Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Slide

Hoe was de les gegaan?
Prima! 

Wat heb je geleerd?
betrekkelijk voornaamwoord











Slide 3 - Slide

Lesdoel 
Je kunt door verwijswoorden verbanden tussen zinnen aanbrengen
Je kunt door signaalwoorden verbanden tussen zinnen aanbrengen

En ook:

Je kunt door middel van het ex-fokschaap een -t of -d in de verleden tijd of in het voltooid deelwoord plaatsen.

Slide 4 - Slide

Prettig lezen
Een tekst leest prettig als de schrijver verbanden duidelijk aangeeft.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Verwijswoorden.
Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
A
zijn, haar, hun
B
hij, hem, zij, ze, haar, hen, hun

Slide 7 - Quiz

Verwijswoorden.
Wat zijn aanwijzende/betrekkelijke voornaamwoorden?
A
deze, die, dit, dat
B
dat, die, wie, wat

Slide 8 - Quiz

Verwijswoorden.
Wat zijn bijwoorden?
A
daar, waar, toen, zo
B
deze, dus

Slide 9 - Quiz

Signaalwoorden

Slide 10 - Slide

Waar horen deze signaalwoorden bij?
daarom, dus, omdat, want, namelijk, immers
A
reden
B
voorbeeld
C
conclusie
D
voorwaarde

Slide 11 - Quiz

Waar horen deze signaalwoorden bij?
al met al, samengevat, daarom, dus
A
reden
B
voorbeeld
C
conclusie
D
voorwaarde

Slide 12 - Quiz

Waar horen deze signaalwoorden bij?
zo, neem nou, zoals
A
reden
B
voorbeeld
C
conclusie
D
voorwaarde

Slide 13 - Quiz

Open alvast Nieuw Nederlands: blz 183

Slide 14 - Slide

Is dat de nieuwe cd van Maan? Wordt.... ook als lp op vinyl uitgebracht?

Slide 15 - Open question

Antwoord
Is dat de nieuwe cd van Maan? Wordt die ook als lp op vinyl uitgebracht?

Slide 16 - Slide

Het kasteel .. de gids ons verteld heeft, ligt bij de rivier op een hoge rots.

Slide 17 - Open question

Antwoord
Het kasteel waarover de gids ons verteld heeft, ligt bij de rivier op een hoge rots.

Slide 18 - Slide

't ex-fokschaap

Slide 19 - Slide

't ex-fokschaap
Op het feest werd door iedereen gedanst/gedansd.

Hele werkwoord = dansen
Stam = dans (-en eraf)

dans eindigt op een -s
de -s zit in 't ex-fokschaap, bij het voltooid deelwoord komt er een -t.

Op het feest werd door iedereen gedanst.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Gister heeft hij de hele les alleen maar...... (gapen) Vul het voltooid deelwoord in.

Slide 23 - Open question

Antwoord
Gister heeft hij de hele les alleen maar gegaapt.

Hele werkwoord = gapen
Stam = gap (-en eraf)

gap eindigt op een -p
de -p zit in 't ex-fokschaap, bij het voltooid deelwoord komt er een -t.

Op het feest werd door iedereen gedanst.

Slide 24 - Slide

Hij ... (leven) nog lang en gelukkig.
Vul verleden tijd in.

Slide 25 - Open question

Antwoord
Hij leefde nog lang en gelukkig.

Hele werkwoord = leven
Stam = lev (-en eraf)

lev eindigt op een -v
de -v zit NIET in 't ex-fokschaap, in de verleden tijd schrijf je een -d.

Op het feest werd door iedereen gedanst.

Slide 26 - Slide

Wat ging goed?
Wat kan er de volgende keer beter?

Slide 27 - Slide

Huiswerk 
voor vrijdag 29 mei

Aantrekkelijk formuleren 
opdracht 1 (afmaken), 2, 3 & 4
blz 183

Persoonsvorm tt/vtd
opdracht 1-5
blz 186

Schrijf zo kort mogelijk (niet de hele zin schrijven!)









Slide 28 - Slide

We zien elkaar online op donderdag 28 mei.


Wat nu?
Bij vragen blijf je online, anders ga je lekker aan de slag.
Veel succes!


Slide 29 - Slide