begrijpend luisteren: kaas

1 / 35
next
Slide 1: Slide
begrijpend luisterenBasisschoolGroep 4-6

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weet je over kaas?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Waar is de kaasboederij?
A
In Zoeterwoude
B
In Zoetermeer
C
In Zaandam
D
in Zaltbommel

Slide 4 - Quiz

Hoelang maakt de kaasboerderij al kaas?
A
al 50 jaar
B
al 20 jaar
C
al 100 jaar
D
al 40 jaar

Slide 5 - Quiz

Waar wordt kaas van gemaakt?
A
eieren
B
melk
C
bloem
D
gras

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort boerderij is dit?
A
melkboerderij
B
kaasboerderij
C
geitenboerderij
D
vleesboerderij

Slide 7 - Quiz

Hoeveel liter melk zit er in de kuip?
A
1800 liter
B
1900 liter
C
1700 liter
D
1600 liter

Slide 8 - Quiz

Wat gaat er bij de melk?

A
Stremsel en zoetsel
B
zoetsel en zuursel
C
Stremsel en zuursel
D
Stremsel en melk

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Wat doet het zuursel in de kaas?
A
Zorgt voor gaatjes in de kaas
B
Zorgt voor de vorm
C
Zorgt voor de geur
D
Zorgt voor de kleur

Slide 11 - Quiz

Wat doet het stremsel?
A
Zorgt voor de gele kleur
B
Zorgt ervoor dat het dikt wordt zoals pudding
C
Zorgt voor de gaatjes
D
Zorgt ervoor dat het suiker samenkomt

Slide 12 - Quiz

Welke kleur is het stremsel?
A
Wit
B
Blauw
C
Groen
D
Geel

Slide 13 - Quiz

Hoe zorgen ze ervoor dat het stremsel en de zuursel overal komt?
A
Dat doet de lepel
B
Ze draaien de kuip
C
Ze roeren met een bak
D
Ze voegen melk toe

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Wat doet de machine om kaas te maken?
A
Hij roert met de lepel flink door
B
Hij snijdt de kaas in stukken
C
Hij harkt de kaas door
D
Hij schept de kaas door

Slide 16 - Quiz

Hoe heten de kleine stukjes?
A
bongel
B
pongel
C
tongel
D
wrongel

Slide 17 - Quiz

Hoe heet de groene vloeistof?
A
wij
B
wei
C
mij
D
mei

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Hoe komt de kaas aan zijn vorm?
A
de wrongel gaat in de kaasvaten
B
de wrongel gaat in een emmer
C
de wrongel wordt terug gegooid in de kuip
D
in de wrongel gaat in de koecel

Slide 20 - Quiz

Waar gaat de wrongel in?
A
kaashout
B
kaaston
C
kaasvat
D
kaasbak

Slide 21 - Quiz

Wat staat er op de stempel?
A
van wie de kaas is
B
waar de kaas naar toe gaat
C
waar de kaas vandaan komt
D
wie de kaas heeft gemaakt

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Wat zit er in het bad van de kaas en waarom doen ze dat?

Slide 24 - Open question

Hoe heet de meneer die zout in het bad gooit van de kazen?
A
Tony
B
Ron
C
Sjaak
D
Klaas

Slide 25 - Quiz

Hoe lang ligt een grote kaas in bad?
A
halve dag
B
5 dagen
C
4 dagen
D
1 dag

Slide 26 - Quiz

Waar is het jasje van de kaas van gemaakt?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

Hoe lang ligt een oude kaas op de plank?
A
1 maand
B
1 week
C
1 dag
D
1 jaar

Slide 29 - Quiz

Wat doen de kazen nadat ze een jasje hebben gekregen?
A
Rijzen
B
Rusten
C
Verzuren
D
Rijpen

Slide 30 - Quiz

Hoelang rijpt een belegen boeren kaas?
A
een seizoen
B
een jaar
C
een half jaar
D
een kwart jaar

Slide 31 - Quiz

Welke kleuren zijn de koeien?
A
Zwart en wit
B
Zwart, bruin en wit
C
bruin en wit
D
gevlekt

Slide 32 - Quiz

Welke kleuren kazen zag je op het tafeltje liggen?
A
Geel en groen
B
Geel, groen en wit
C
Geel, groen en rood
D
Geel, rood en wit

Slide 33 - Quiz

Heb jij nu ook zo'n zin in kaas?

Slide 34 - Slide

Wat gebeurt er als ze de kaas persen?

Slide 35 - Open question