h1: Unité 2, écouter

Bonjour !
  • Prends ton livre

  • Open je boek op blz. 54-55.

  • Je bent je ipad niet nodig vandaag. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour !
  • Prends ton livre

  • Open je boek op blz. 54-55.

  • Je bent je ipad niet nodig vandaag. 

Slide 1 - Slide

Programme
  • Objectif : Tu comprends une conversation sur la famille.

  • Devoirs
  • Prononciation, ex. 11
  • ex. 12, 13

Slide 2 - Slide

Devoirs
  • 8BCD, 9B, 10
  • Apprendre avoir

    Y a-t-il des questions ? 

Slide 3 - Slide

Prononciation (ex. 11)
Franse neusklanken zijn klinkers die je deels door je neus uitspreekt, bijvoorbeeld :

un bon vin blanc 

-> Probeer maar eens om dit zinnetje uit te spreken met je neus dichtgeknepen!

Slide 4 - Slide

Prononciation (ex. 11)
In veel Franse woorden zit een neusklank.

  • In exercice 11 staan 3 voorbeelden, en 8 Franse woorden met een neusklank. Luister naar de uitspraak, en zet een kruisje in de kolom van de klank die je hoort.
  • Daarna herhaal ik de woorden, en spreken jullie mij na.

Slide 5 - Slide

Écouter (ex. 12, 13)
Je hebt al een hoop woorden geleerd die met familie en vrienden te maken hebben.

Je gaat straks luisteren naar 2 gesprekjes die hierover gaan.

Slide 6 - Slide

Exercice 12
  • We luisteren beide gesprekjes achter elkaar.

    -> Bij het eerste gesprek beantwoord je vraag 1.
    -> Bij het tweede gesprek beantwoord je vraag 2. 

Slide 7 - Slide

Ex. 13
  • We luisteren beide gesprekjes nog een keer

    -> Bij het eerste gesprek beantwoord je vragen 1, 2 & 3
    -> Bij het tweede gesprek beantwoord je vragen 4, 5 & 6 

Slide 8 - Slide

Ex. 13
  • Wat waren jullie antwoorden? 

Slide 9 - Slide

Avoir

Slide 10 - Slide

Programme
  • Objectif : Tu comprends une conversation sur la famille.

  • Devoirs - ✔
  • Prononciation, ex. 11 - ✔
  • ex. 12, 13 - ✔

Slide 11 - Slide

Le prochain cours...
...Grammaire (bezittelijk voornaamwoord).

  • Devoirs:
    - Apprendre 4 (blz. 69) leren
    - Faire (=maken) exercice 14 op blz. 57 (met QR-code!)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide