herhalingsles 3.1

goed dat je er bent
deze les ga je zelf aan de slag om weer te oefenen met basisstof 3.1 rijken.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

goed dat je er bent
deze les ga je zelf aan de slag om weer te oefenen met basisstof 3.1 rijken.

Slide 1 - Slide

uitleg
Alles dat leeft jij, ik, de plant in de tuin en de bacteriën om je heen leven.
Alles wat leeft is een organisme. en al deze organismen hebben we ingedeeld in 4 groepen die je hiernaast ziet staan.
 

Slide 2 - Slide

voor dat we verder gaan
Weten we het nog? Elk organisme bestaat uit cellen! Dit zijn hele kleine bouwstenen die samen een organisme vormen.
je kan deze alleen bekijken met een
microscoop.

Slide 3 - Slide

hoe ordenen we organismen
Al de organismen worden dus ingedeeld in 4 groepen. Hierbij wordt er gekeken naar de verschillende kenmerken van een organisme. Kenmerken kunnen bijvoorbeeld de kleur van een organisme zijn maar ook wat voor soort huid een organisme heeft. 
verschillende kenmerken tussen een kip
en bijvoorbeeld een leeuw is dat een kip
 veren heeft. Een leeuw heeft
deze kenmerken niet.

Slide 4 - Slide

4 groepen
Er zijn 4 grote groepen: dieren, planten, schimmels en bacteriën. Planten en dieren hebben best wel duidelijke kenmerken die verschillen. Dieren hebben bijvoorbeeld een skelet . Om de kenmerken van bacteriën en schimmels te bekijken heb je een microscoop nodig. We gaan alle 4 groepen even bij langs.

Slide 5 - Slide

dieren
Kenmerken van dieren. Zoals in de vorige dia werd verteld is een kenmerk van dieren dat deze een skelet hebben. Als je naar de cellen van dieren kijkt zie je ook verschillen met de andere 3 groepen. Kenmerkend aan de dierencellen is dat deze een celkern heeft. Ook heeft deze cel andere onderdelen maar die zijn niet kenmerkend. 

Slide 6 - Slide

planten 
planten zijn vaak groene organismen die in de grond groeien en ze hebben geen skelet. De cellen van planten hebben veel onderdelen. Kenmerkende cel onderdelen zijn de celkern, bladgroenkorrels en de celwand.

Slide 7 - Slide

bacteriën
Bacteriën hebben als kenmerk dat ze ééncellig zijn, het organisme bestaat dus uit 1 cel. Als je naar de cel kijkt zal je zien dat deze geen celkern heeft, wel heeft de cel een celwand.

Slide 8 - Slide

schimmels
Tot slot de laatste groep, dit zijn de schimmels. Schimmels lijken erg veel op planten. Als paddenstoel groeien ze ook in de grond, ze zijn meestal niet groen maar dit kan wel het geval zijn. Om te zien of je niet te maken hebt met een plant zal je de cellen moeten bekijken en kan je zien dat schimmels geen bladgroenkorrels hebben. Wel hebben ze een celkern en celwand.

Slide 9 - Slide

het overzicht
klik op het vraagteken om de kenmerken
te zien.
dierlijke cellen
dierlijke cellen hebben
-een celkern
plantaardige cellen
plantaardige cellen hebben
- een celkern
- een celwand
- bladgroenkorrels
schimmelcellen
schimmelcellen hebben
- een celkern
- een celwand

Bacterie cel
bacterie cellen hebben
- celwand

Slide 10 - Slide

soorten
Als je dieren steeds verder in deelt kom je uit bij soorten. Dieren van dezelfde soort lijken veel op elkaar. De verschillen die je nog wel ziet is het zelfde verschil tussen jij een je klasgenoten. Jij hebt bijvoorbeeld bruine ogen en bruinhaar en een klasgenoot heeft blauwe ogen met blond haar. Maar jullie zijn wel de zelfde soort (mens).

Slide 11 - Slide

dezelfde soort
Twee dieren van de zelfde soort kunnen zich voortplanten. Bijvoorbeeld een labrador en een poedel.
Wanneer twee labradoodles zich weer voorplanten kunnen zij nieuwe puppy's krijgen.

Slide 12 - Slide

niet de zelfde soort
Als twee verschillende soorten zich voortplanten lukt dit soms wel. Alleen de nakomeling (baby/kindje) kan zich niet voortplanten. Een voorbeeld hier van is een lijger. Dit is een tijger die zich voortgeplant heeft met een tijger. Lijgers kunnen geen nakomelingen (welpjes krijgen). een ander voorbeeld hiervan staat  bij opdracht 7.

Slide 13 - Slide

tot slot
dat was wel even wat theorie weer. In het online werkboek heb ik de antwoorden leeg gemaakt van bassistof 3.1. Je kan nu via het boek ook je antwoorden nakijken. ga dus deze keer allemaal aan de slag in het online boek. opdracht 1 tot en met 6 van 3.1

Slide 14 - Slide