3 Havo Dienstag, den 12. November 2024 K1 Umgebung laatste lessen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Dienstag, den 12. November 2024
  • Willkommen.
  • Lernziele
  • Sprachmittel
  • Schreiben
  • Hausaufgaben Woche 46
  • Zum Schluss.

Slide 2 - Slide

Lernziel/Leerdoel:
Du kannst dich vorbereiten auf den Test.

Slide 3 - Slide

Grammatik  Wiederholung Seiten 134-135
  • Selbständig machen Aufgaben 5 t/m 8
  • Fertig: Lernen Grammatik, Lernliste, Sprachmittel
  • Besprechen Aufgaben 5 t/m 8
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Sprachmittel   Seite 37
Aufgabe 36: Beschreibe  deinen Traumurlaub!!! Hilfsmittel Sprachmittel/Lernliste. (Vul ook zelf woorden aan!)
  • Wohin: Ich möchte nach ....../in die Niederlande fahren.
  • Warum: Ich finde..../ die Gegend ist ..../ 
  • Wann: Im ....
  • Wie: Ich möchte .. fliegen/fahren. Es dauert ... Stunden.
  • Was: Ich möchte .... ich mag ..../ ich liebe ....
=> Wissel van rol en varieer zoveel mogelijk!!!!!

timer
1:00

Slide 5 - Slide

Sprachmittel   Seiten 36-37
StudyGo
Oefenlijst aanmaken van activiteiten en dergelijke uit Aufgaben 34 +36 Seiten 36-37
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Sprachmittel   
Ter voorbereiding op de toets:
  • Schrijf verhaaltjes bij plaatjes uit het boek.
  • Varieer zoveel mogelijk. Gebruik Sprachmittel en Lernliste!
  • Laat deze nakijken
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Grammatik üben

Slide 8 - Slide

Hausaufgaben Woche 46
L Lernliste Seiten 48-49
L Grammatik Seite 50
L Sprachmittel Seiten 33 +51
L Aufgaben 31, 34, 36 Seiten 34-37

StudyGo  Sprachmittel
Slim Stampen online SOM -> Lernliste/Grammatik/Oefentoets (twee versies)

Slide 9 - Slide

Zum Schluss:
  • Was haben wir diese Stunde besprochen?

Slide 10 - Slide

Nachsehen Aufgaben Woche 

Slide 11 - Slide

Jede Stunde dabei!
Arbeitsbuch         Heft                 ein gefülltes Etui     Laptop + Ladekabel
                                                                                                      + Ohrhörer/Kopfhörer

Slide 12 - Slide

Arbeitsbuch und weiter:
  • Wo findet man etwas im Arbeitsbuch?
  • Was behandeln wir dieses Jahr?
  •  Tests, Lese- und Hörtests
  • Wo findet man Informationen?

Slide 13 - Slide

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 145 Arbeitsbuch A
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg, noteren in je schrift

Slide 14 - Slide

Modalverben Präsens
De Duitse Modalverben verschillen in twee belangrijke opzichten van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
  1. de enkelvoudige personen (ich, du, er, sie, es) hebben een klinkerwisseling ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
  2. de 1ste (ich) en 3de persoon enkelvoud (er, sie, es) hebben géén uitgang. Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').
  3. bij sollen géén klinkerwisseling enkelvourd.
  4. extra bij wissen => enkelvoud ß in plaats van ss

Slide 15 - Slide

Modalverben
können    =kunnen
dürfen      =mogen/toestemming hebben
müssen    =moeten, het kan niet anders
wollen       =willen
wissen      =weten
mögen      =lusten, leuk vinden, aardig vinden
sollen         =moeten, wil van ander, vragen naar keuze ander

möchten= (zou)graag willen, willen=>wens

Slide 16 - Slide

Modalverben klinkerwisseling enkelvoud!!!
                            stam enkelvoud door klinkerwisseling!!!!!!
können    =      kann
dürfen      =     darf
müssen    =    muss
wollen       =    will
wissen      =    weiß
mögen      =    mag
sollen         =   soll


Slide 17 - Slide

Modalverben 
  • Wat zijn de verschillen tussen het vervoegen van Modalverben en zwakke werkwoorden?
  • Welke aandachtspunten zijn er nog te vertellen m.b.t. Modalverben.
  • Wat betekenen de Modalverben?
  • Wat kun je vertellen over het werkwoord möchten?

Slide 18 - Slide

Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een e. Deze regel geldt ook voor möchten, maar.....

Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et    → e    als uitgang
er/sie/es/man möcht                   er/sie/es/man antwortet

Slide 19 - Slide