Je krijgt een boekje grammatica uitgereikt. Met behulp hiervan ga je zelf inschatten welke woordsoorten je al goed kent en welke nog niet.
Alle behandelde woordsoorten staan in dit boekje, behalve het voegwoord. Deze moet je wel kennen voor de so.
Je vult met een kleur op de eerste bladzijde in hoeveel je nu denkt te weten van de betreffende woordsoort. Na het maken van de oefening(en) die bij deze woordsoort hoort/horen en het nakijken hiervan, vul je met een andere kleur in hoeveel je daadwerkelijk van deze woordsoort weet.