Spelling les 3.8

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Spelling 2.8

Herhalen vorige les                        5 min.

Uitleg - werkwoorden                  10 min.

Zelfstandig werken                       10 min.

Uitleg - algemeen                         10 min.

Zelfstandig werken                       10 min.

Afsluiting: exit ticket                    5 min.

Vorige lessen:

• persoonsvorm tegenwoordige tijd
• persoonsvorm verleden tijd 
• meervoud zelfst. nw.   op -ie of -ee
• dicteewoorden

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

1. het werkstuk = het  

2. ik-vorm +t

3. ik word +t     

4. wordt             

De conciërge .......... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.

De conciërge ....... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.

1. de conciërge = hij  

2. ik-vorm + t

3. ik houd + t   

4. houdt           

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.

1. het schoolfeest = het 

2. ik-vorm +t

3. ik luid +t     

4. luidt           

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.

1. het schoolfeest = het 

2. ik-vorm +de/te

3. stam = luid   

4. in 't ex-kofschip?

5. nee - dus +de

6. luid +de

7. luidde          

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.

1. het grote huis = het 

2. ik-vorm +de/te

3. stam = brand   

4. in 't ex-kofschip?

5. nee - dus +de

6. brand +de

7. brandde          

Hoe schrijf je het meervoud van?

braderie

Hoe schrijf je het meervoud van?

porie

Hoe schrijf je het meervoud van?

slee

dicteewoorden

1. 

2. 

conciërge

egoïst 

Doel van deze les

• het voltooid deelwoord
• splitsbare werkwoorden
• hoofdletters
• dicteewoorden

Overleg in tweetallen

De wedstrijd is te laat _____. (starten)

In de tent naast ons werd de hele nacht _____. (snurken)

We hebben gisteren worstjes _____. (braden)

Björn heeft geld _____ van zijn vriend. (lenen)

splitsbare werkwoorden

Ik ________ mijn gordel ____ in de auto.
(vastmaken)

Ik _________ Joeri ______ om te blijven.

Maken: les 3.8 spelling - opd. 1 t/m                 

Klaar?

• Lezen leesboek

hoofdletters

met hoofdletter

zonder hoofdletter

coevorden

joris

hond

nederlands

zomer

september

... regent het helaas vaak

1. 'S Zomers
2. 's Zomers
3. S' Zomers
4. s' Zomers

Wanneer gebruik je geen hoofdletters?

1. Begin van de zin
2. bij namen
3. bij cijfers en getallen
4. bij aardrijkskundige namen

Bij welke naam zijn de hoofdletters juist geschreven?

1. E.D. Van der Heijde
2. van der Heijde
3. mevrouw Van der Heijde
4. mevrouw van der Heijde

Maken: les 2.8 spelling - opd. 9 t/m 14                

Klaar?

• Test Jezelf A + B

Wat is het voltooid deelwoord
van 'afblijven'?

Hoe schrijf je mijn naam?

Afsluiting

• Huiswerk: les 3.8 opd 1 t/m 14 afmaken
• Volgende les: Test Jezelf, les 1.8 + 2.8 + 3.8