Spieren van de benen oefenvragen

• uiterlijke verzorging
• MBO
• Studiejaar 1,4

Spieren

Heup- en beenspieren boek 2

Botten en spieren van de benen

Grote bilspier

Werking: 

- strekken been achterwaarts

- been naar buiten draaien

Traplopen!

*Oorsprong achterzijde darmbeen, heiligbeen en staartbeen

Musculus gluteus maximus

Bepaald voor groot deel de vorm van de billen. Geeft de bil de kenmerkende ronde vorm.

Heupspieren hebben een belangrijke functie bij het lopen:

- grote bilspier (strekt het dijbeen achterwaarts (extensie)

draait het bovenbeen naar buiten (exorotatie)

- heup-lendenspier (hoef je niet te kennen) Roteert het bekken naar boven. En buigt de heup, draait bovenbeen naar buiten en draait heup naar binnen.

Grote bilspier

1. Trekt het been naar achteren
2. Helpt bij traplopen

De grote bilspier
Heeft de oorsprong aan:

1. de heup
2. de achterzijde darmbeen
3. de voorzijde staartbeen
4. de achterzijde kuitbeen

Vierhoofdige dijbeenspier

Werking:

- heft het bovenbeen

- strekken kniegewricht

Aanhechting: aan de scheenbeenknobbel

Musculus quadriceps fermoris

4 -> 4 hoofdig -> rechte hoofd, middelste hoofd, binnenste hoofd en buitenste hoofd.

Vier oorsprongen:

aan de voorste, onderste darmbeendoorn

aan de binnenkant van het dijbeen

aan de buitenkant van het dijbeen

aan de voorkant van het dijbeen

4 hoofdige dijbeenspier
heeft de aanhechting
aan de:

1. voorbeenknobbel
2. binnenzijde dijbeen
3. scheenbeenknobbel
4. buitenzijde dijbeen

Hamstrings

Zijn spieren aan achterzijde bovenbeen 

Werking:

Endorotatie: met gebogen knie naar binnen draaien.

Exorotatie: met gebogen knie naar buiten draaien.

Hamstrings:

1. Zorgt voor binnen en buiten draaien knie
2. Zitten aan de achterkant onderbeen

tweehoofdige kuitspier

Werking:

heffen hiel, plantairflexie voet, maar buiten draaien

*aanhechting aan de achterkant onderbeen

*Twee spierkoppen met andere oorsprong

De tweehoofdige kuitspier:

1. heeft 2 oorsprongen
2. Heeft 2 aanhechtingen
3. heeft 2 hoofden
4. heeft 3 hoofden

Voorste scheenbeenspier

Werking:

 Dorsaalflexie van de voet (omhoog)

 supinatie voet (super)

*oorsprong vlak onder de knie

*aanhechting voetwortelbeentjes

 

Scheenbeenspier
heeft de oorsprong

1. achter de knie
2. onder de knie
3. boven de knie
4. bij het scheenbeen

Spanspier van de dijschede

Werking:

spant de dijschede aan

voert het dijbeen af (abductie)

*zit aan de buitenkant bovenbeen

de Spanspier van de dijschede zit:

1. aan de buitenkant onderbeen
2. aan de binnenkant onderbeen
3. aan de binnenkant bovenbeen
4. aan de buitenkant bovenbeen

Slanke dijbeenspier

Werking 

voert been aan (adductie)

buigt de knie

draait onderbeen naar binnen 

Slanke dijbeenspier

1. Buigt de knie
2. draait onderbeen naar buiten