Theorie week 4

Week 4
Hart en bloedvaten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
HelpendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Week 4
Hart en bloedvaten

Slide 1 - Slide

Hart en bloedvaten
Wat weten we nu?
Ervaringen op stage ziektebeelden?

Slide 2 - Slide

De boezems, kamers
en de hartkleppen

Aorta
Longslagader
Holle aders
Kransslagader




Slide 3 - Slide

De boezems zitten:
A
Boven
B
Onder

Slide 4 - Quiz

De kamers zitten
A
Onder
B
Boven

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de hartklep?

Slide 6 - Open question

Bloedsomloop
Zuurstofrijk
Zuurstofarm
 
Grote bloedsomloop:​
Je bloed komt overal in je lichaam (zelfs in de kleinste cellen)​
Vervoert zuurstof en neemt afval mee terug   Grote bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: ​
Van je hart naar je longen en weer terug (zuurstof ophalen) ​
Vanuit rechterkamer en weer naar je linkerboezem 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

De aorta vervoerd bloed naar
A
Je hart zelf
B
Naar je hele lichaam

Slide 9 - Quiz

De slagaders vervoeren
A
Zuurstofrijk bloed
B
Zuurstof arm bloed

Slide 10 - Quiz

De aders vervoeren
A
Zuurstofrijk bloed
B
Zuurstofarm bloed

Slide 11 - Quiz

Grootste lichaamsslagader is
A
De kransslagader
B
De aorta

Slide 12 - Quiz

De kransslagader
A
Voorziet het hart zelf van zuurstof
B
Voorziet de longen zelf van zuurstof

Slide 13 - Quiz

Het bloed stroomt het hart binnen
A
via de boezems
B
Via de kamers

Slide 14 - Quiz

Wanneer het bloed van het hart naar de longen stroomt
A
Heeft het weinig zuurstof bij
B
Het het veel zuurstof bij

Slide 15 - Quiz

Wanneer het bloed van de longen terug naar het hart stroomt heeft het
A
Veel zuurstof bij
B
Weinig zuurstof bij

Slide 16 - Quiz

Hartslag meten
- 10 minuten rustig zitten
- Leg 2 vingers op de binnenkant van je pols
- Tel 30 seconden je hartslag
verdubbel dit getal 
Nooit met je duim!

SLAAP​
HALS​
POLS​
LIES ​
ENKEL







Slide 17 - Slide

Waar let je op?
Volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut ligt. 
Regelmatig of niet?
Krachtig of niet?


Slide 18 - Slide

Als helpende
Wanneer meet je de hartslag?

Slide 19 - Slide

Ademhaling
12 tot 20 per minuut

Waar let je op?

Slide 20 - Slide

OEFENEN
Hartslag
Ademhaling
(bloeddruk)

Werkblad maken

Slide 21 - Slide