1 E 23 sept 2022 kijkenluisterles

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Afspraken in de les
- Respect voor iedereen.
- Luisteren naar elkaar.
- Vinger opsteken als je wat wil vragen of als je wil opstaan.
- Eten, drinken, toiletbezoek buiten de les.
- Telefoon en laptop alleen met toestemming tijdens de les.
- Blijven zitten tot de leraar zegt dat je de klas mag verlaten.
- Op tijd komen.
- Je schoolspullen bij je hebben.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen? 
- De presentielijst
- Vandaag geen leeskwartier. (Dat doen we twee keer per week).
- We beginnen met spelling op bladzijde 54. 
- Doen we een kijk- en luisteroefening.

Slide 3 - Slide

Spelling
Je leert:
- hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord spelt.
- hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.

Slide 4 - Slide

Werkwoorden

Slide 5 - Slide

Wat is een werkwoord?
Een werkwoord is een woord dat een handeling, situatie of gebeurtenis uitdrukt. 
Bijvoorbeeld: bellen, struikelen, zijn, sneeuwen.

Slide 6 - Slide

Maak oefening 1 op bladzijde 54
- Je mag zachtjes overleggen over de oefening met degene die direct naast je zit.
- Als je eerder klaar bent lees je de leertekst bij nummer 2 op bladzijde 54

Slide 7 - Slide

De stam en de ik-vorm van het werkwoord

De stam is het hele werkwoord zonder -en.
De stam van brengen is breng. De stam van koken is kok.
Let op: bij de  ik-vorm van sommige werkwoorden veranderen de letters.
Koken - ik kook. Stoppen - ik stop. Wijzen - ik wijs. Graven - ik graaf. 

Slide 8 - Slide

Maak oefening 2 en 3 op bladzijde 54

- Je mag zachtjes overleggen over de oefening met degene die direct naast je zit.
- Als je eerder klaar bent steek je je vinger op en dan kom ik het nakijken. 

Slide 9 - Slide

De kijk- en luisteroefening
Ik laat zometeen een filmpje zien.
Je krijgt een blaadje met vragen.
Tijdens het kijken en luisteren noteer je door aankruisen of opschrijven wat je gezien of gehoord hebt.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Volgende week
Maandag hebben we nieuwsbericht. (1 keer per week).
Dus je hoeft je leerwerkboek en leesboek niet mee te nemen.

Degenen die nog niet klaar waren met oefening 2 en 3 maken die af als huiswerk. 
Dinsdag gaan we verder met spelling.

Slide 12 - Slide


!

Slide 13 - Slide

Persoonsvorm
Elke zin heeft een persoonsvorm.
De persoonsvorm (pv) is een vorm van het werkwoord.
Een werkwoord is een woord dat een handeling, situatie of gebeurtenis uitdrukt. Bijvoorbeeld: bellen, struikelen, zijn, sneeuwen.
De pv geeft aan wat er in een zin gebeurt.
Aan de pv kun je zien of de zin over vroeger of nu gaat. 

Slide 14 - Slide

Tijdproef persoonsvorm
De persoonsvorm kun je vinden met de tijdproef pv.
Zet de zin in een andere tijd: van de tegenwoordige tijd naar de verleden tijd of andersom.
Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. 

Ik heb vakantie.
Ik had vakantie.

Slide 15 - Slide

De pv herkennen in een zin.
- Het is bijna altijd één woord.
- Het is een vorm van een werkwoord.
- De pv staat in het enkelvoud (speel) of meervoud (spelen).
- De pv staat in de tegenwoordige tijd (speel) of in de verleden tijd (speelde)

Slide 16 - Slide

Dictee
- Schrijf je naam op je blaadje.
- Ik lees één keer de hele zin voor.
- Daarna lees ik de zin in stukjes voor. 
- Daarna lees ik de zin nog een keer helemaal voor.
- Als iedereen klaar is mag je zelf het dictee nakijken op het digibord.


Slide 17 - Slide

Dictee nakijken
1. Vandaag hebben alle leerlingen hun leerboek bij zich.
2. Bram en Aisha gingen met de auto naar huis.
3. Giovanca en Frederik fietsten naar school.
4. De leerlingen van deze klas gingen begin dit schooljaar op kamp.
5. Heette de plaats waar het kamp was Woudenberg?  
7. Niemand heeft zin in de herfstvakantie.

Slide 18 - Slide