klas h1b oefenen lv

Grammatica zinsdelen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen

Slide 1 - Slide

1. Zoek de persoonsvorm (pv)

2. Verdeel de zin in zinsdelen

3. Zoek het onderwerp

4. Zoek het werkwoordelijk gezegde

5. Zoek het lijdend voorwerp (als dat er is)
stappenplan

Slide 2 - Slide

2. Verdeel de zin in zinsdelen

   - streepje voor en achter de pv
   - alles voor de pv is een zinsdeel
   - ga op zoek naar andere werkwoorden -
     streepje ervoor en erachter.
     Let op: aan het en te voor het hele werkwoord
                  en scheidbare werkwoorden.
   - zet de woorden die je overhoudt voor de pv
    (zoveel mogelijk woorden)
stappenplan

Slide 3 - Slide


Volgende week levert Pieter zijn werkstuk in.

Neem bovenstaande zin over en schrijf de persoonsvorm in hoofdletters. Verdeel daarna de zin in zinsdelen.

Slide 4 - Open question


De kinderen zaten na te denken over de gestelde vraag.

Neem bovenstaande zin over en schrijf de persoonsvorm in hoofdletters. Verdeel daarna de zin in zinsdelen.

Slide 5 - Open question


Waarover zijn jullie eigenlijk aan het giebelen?

Noteer het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.

Slide 6 - Open question


Door zijn enorme inzet heeft Paul een goed cijfer gehaald.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 7 - Open question


De mentor belde gisteren mijn ouders op.

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 8 - Open question

onderwerp
lijdend voorwerp
Gelukkig heb ik het affiche al af.
In dat boek van Terlouw staan veel spannende fragmenten
Voor die overtreding gaf de scheidsrechter een gele kaart.
Vanwege een lekke band moesten wij naar huis lopen.

Slide 9 - Drag question


- Maak de oefening van grammatica zinsdelen.
- Zie magister woensdag 8 juni

- Gebruik eventueel de theorie of het 
  mini-spiekbriefje erbij. 
  (zie Magister bij woensdag)

- Dit is een deel van het huiswerk van woensdag.





Zelf aan de slag!

Slide 10 - Slide


1. pv: het werkwoord dat verandert als je de zin in een
      andere tijd zet.

2. Zin verdelen in zinsdelen:
- Zoek de pv (streep voor en achter)
- Alles voor de pv is een zinsdeel
- Ga op zoek naar andere ww (let op aan het en te en scheidbare ww).
- Woorden die je overhoudt voor de pv zetten (zo lang mogelijk)

3. ow: wie/wat + pv?

4. wg: alle ww in de zin ( aan het en te - scheidbare ww)

5. lv: wie/wat + wg +ow?







mini-spiekbrief

Slide 11 - Slide