Biologie voor jou vmbot havo max editie 8.1 oefentoets 6.1 6.2 en 6.3 ecologie en duurzaamheid

Biologie voor jou vmbot havo max editie 8.1 oefentoets 6.1 6.2 en 6.3 ecologie en duurzaamheid
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerroute 6Leerroute 7Leerroute VTLeerroute H

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Biologie voor jou vmbot havo max editie 8.1 oefentoets 6.1 6.2 en 6.3 ecologie en duurzaamheid

Slide 1 - Slide

chromosomen
A
vergelijkbaar met dunne draden
B
bestaan voor een groot deel uit DNA
C
bestaan uit meerdere celkernen
D
zijn abiotisch

Slide 2 - Quiz

Wat is het verschil tussen abiotische en biotische factoren?

Slide 3 - Open question

hoe komt het fenotype tot stand?
A
door het genotype
B
door DNA en GSA
C
door invloeden uit het milieu
D
ontstaat door een onnatuurlijke bevruchting

Slide 4 - Quiz

benoem dingen
die horen bij
de niveaus van ecologie

Slide 5 - Mind map

koolstofdioxide
glucose
plantaardige
energierijke stoffen
dierlijke
energierijke stoffen
energierijke stoffen

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Lucht bestaat voornamelijk uit koolstofdioxide, stikstof en zuurstof.

In welk van deze gassen komt koolstof voor?




















Lucht bestaat voornamelijk uit koolstofdioxide, stikstof en zuurstof.

In welk van deze gassen komt koolstof voor?


A
koolstofdioxide
B
stikstof
C
zuurstof

Slide 8 - Quiz

Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan bacteriën en schimmels?
A
Afgevallen blaadjes
B
Verbranding
C
Dode resten en uitwerpselen
D
Fotosynthese

Slide 9 - Quiz

Alle populaties in een gebied noem je een ecosysteem
A
FOUT
B
NIET FOUT

Slide 10 - Quiz

Klaas Ko Geert schiet op een zonnige dinsdag een hert dood.
Dit is een ... factor.
A
Biotische
B
Abiotische

Slide 11 - Quiz

Kunnen planten ook parasieten zijn?
A
SI
B
NO

Slide 12 - Quiz

NESTGELEGENHEID
is ...
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 13 - Quiz

UITWERPSELEN VAN DIEREN
zijn...
A
behalve vies ook biologisch afbreekbaar
B
vies en niet biologisch afbreekbaar

Slide 14 - Quiz

Bij welke symbiosevorm heeft één individu er voordeel van
en een ander individu er geen voordeel of nadeel van?

Slide 15 - Open question

Geef de verzamelnaam van bacteriën en schimmels die zorgen voor het opruimen van dode resten van organismen.

Slide 16 - Open question

Wat is biomassa?

Slide 17 - Open question

Ziekteverwerkers zijn ...
A
Abiotisch
B
Biotisch

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je de totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organisme?
A
massa
B
abiotische massa
C
biomassa
D
biotopen

Slide 19 - Quiz