5.3 & 5.4 geslachtelijke voortplanting & mutaties

5.3 & 5.4
Geslachtelijke voorplanting & mutaties.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

5.3 & 5.4
Geslachtelijke voorplanting & mutaties.

Slide 1 - Slide

In de kern van onze cellen komen 46 allelen voor
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

De volgende cellen zijn geslachtcellen
A
Eicel
B
Hersencel
C
Spermacel
D
Zaadbalcel

Slide 3 - Quiz

Gen
Allel
Een stukje erfelijke informatie op een chromosoom waarvan bekend is over welke erfelijke eigenschap het gaat. Bijvoorbeeld: oogkleur
Een stukje erfelijke informatie op een chromossom waarvan de precieze invulling bekend is.
Bijvoorbeeld: blauwe ogen 

Slide 4 - Drag question

Gen voor het maken van oorsmeer
Gen voor oogkleur
Gen voor bloedgroep

Slide 5 - Slide

5.3 Geslachtelijke voortplaning
Lesdoel:
Je kan vertellen hoe geslachtscellen ontstaan.
Je kan het verschil tussen een een-eiige en een twee-eiige tweeling uitleggen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoeveel chromosomen bevat een eicel?
A
23
B
46

Slide 8 - Quiz

Hoeveel chromosomen bevat ene bevruchte eicel
A
23
B
46

Slide 9 - Quiz

Altijd 46 chromosomen?
In enkele bijzondere gevallen gaat er wat mis bij de deling van een ceil tot eicel of zaadcel. Als deze eicel of zaadcel daarna bij de bevruchting is betrokken dan kan er een kind met een syndroom ontstaan.

Syndroom is dus een aangeboren afwijking aan (het aantal) genen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tweelingen
Een-eiige tweeling ontstaat uit 1 eicel & 1 zaadcel. Later in ontwikkeling scheidt het klompje cellen zich in tweeën.

Tweeeiige tweeling ontstaan uit 2 eicellen & 2 zaadcellen

Slide 14 - Slide

Wat voor soort tweeling is een siamese tweeling
A
Een-eiig
B
Twee-eiig

Slide 15 - Quiz

Een-eiige tweeling
Het loslaten van de klompjes cellen is niet volledig geweest.

Slide 16 - Slide

5.4 Mutaties
Lesdoel
Je kan uitleggen wat een mutatie is en waardoor die veroorzaakt kunnen worden

Slide 17 - Slide

Mutatie
Een mutatie is een fout in de deling van een gen of chromosoom, waardoor het gen andere informatie geeft dan voor de deling

Slide 18 - Slide

Mutatie tijdens het leven.

Omdat er maar 1 cel is waarin het gen of chromosoom een foutje heeft blijft het beperkt tot een deel van het lichaam.

Oorzaken kunnen zijn:
Asbest​​
UV straling​​
Sigarettenrook​​
Blootstelling aan veel fijnstof (mijnen)
Röntgen en radioactieve straling​

Gewoon foutje tijdens het delen (hoeft niet altijd kwaad te kunnen)








Mutaties in geslachtscellen

Omdat het foutje in ALLE cellen zitten is het in het hele organisme terug te vinden

Deel foutjes tijdens het maken van meer cellen

Slide 19 - Slide

Tijdens het leven

Slide 20 - Slide

Behandeling
Is gericht op: weghalen van (zo veel mogelijk) kwaardaardige cellen
Daarna remmen van nieuwe groei van deze cellen door bestaling/chemokuur

Slide 21 - Slide

Mutaties in geslachtcellen

Slide 22 - Slide

Albinisme ontstaat al
in geslachtscel

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Voordeel mutaties
Veranderingen in een soort zijn bijna altijd het gevolg van mutaties.

De meeste mutaties sterven weer uit (omdat ze geen voordeel hebben), maar mutaties die een voordeel hebben voor een soort zullen steeds meer in de populatie voorkomen.

Slide 25 - Slide

Maken
Par 5.3 opdr 8 t/m 10
Par 5.4 opdr 11

Slide 26 - Slide