Partie nagerechten gevorderd 3.7 & 3.8 bonbons, eiwitschuim, klein patisserie

Partie nagerechten 




Bonbons, eiwitschuim, kleine patisserie en nougat.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
KokMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Partie nagerechten 




Bonbons, eiwitschuim, kleine patisserie en nougat.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen: 
Aan het einde van de les kunnen jullie:

  1. Vertellen welke twee manieren er zijn om bonbons te maken.
  2. Minimaal twee "eiwitregels" opnoemen.
  3. In eigen woorden vertellen hoe je nougat maakt.

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie al over bonbons?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Er zijn twee manieren om bonbons te maken

Slide 5 - Slide

1: Moulleren (gegoten bonbons)
  1. Hierbij wordt een mal gebruikt waarbij er chocolade in de mal wordt gegoten. 
  2. Daarna wordt deze leeggegooid zodat er een klein laagje overblijft.
  3. Hier wordt de vulling in gegoten.
  4. Daarna wordt deze "afgedekt" met nog een laagje chocolade.
Voordeel : Je kunt mooie prints/kleuren op de bonbon krijgen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

2: Glaceren (Overgoten bonbon)
  1. Er wordt een bodem gemaakt van chocolade.
  2. Er wordt een vulling (vaak stevige ganache) gemaakt.
  3. De vulling wordt op de bodem gespoten.
  4. De bonbon wordt door de getempereerde chocolade gehaald.

Voordeel: Je kunt nog extra garnituur op de vloeibare chocolade leggen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Decoreren met chocolade

Om te decoreren met chocolade zijn veel verschillende manieren te gebruiken.

Om chocolade te spuiten wordt het meest een cornetje gewerkt.

Slide 10 - Slide

Suikerwerk
  • Een andere zoete decoratie is suikerwerk.
  • Om suikerwerkjes te maken moet er gewerkt worden met een réaumur meter.
  • Een Réaumur meter meet tussen de 0 graden en 80 graden.
  • Als je dat wilt omrekenen naar Celcius doe je x 1.25

Slide 11 - Slide

Eiwitschuim
Om een mooi eiwit schuim te krijgen zijn er een aantal gouden regels:

Slide 12 - Slide

Eiwitregels 
  • Verse eieren gebruiken - Vers eiwit zorg voor minder vochtverlies.
  • Niet te lang doorkloppen - er ontstaan nieuwe eiwitbindingen die lucht eruit "persen".
  • Spullen ontvetten - Vetten zorgen ervoor dat het eiwit geen bindingen kunnen maken.
  • Gebruik een garde met dunne draden - Deze "vouwen" de eiwitten dichter op elkaar.

Slide 13 - Slide

Verschillende soorten eiwit schuimen.
Er zijn verschillende soorten "meringues".

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

3.8 Kleine patisserie en nougat



Wat weten we hier al over?

Slide 17 - Slide

Klein patisserie
  • Voor klein patisserie worden vaak verschillende beslagen en deegsoorten gebruikt.
  • Als je een vulling gebruikt voor bijvoorbeeld koekjes, dan gebruik je een koud beslag.


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Kunnen we dit?

  1. Vertellen welke twee manieren er zijn om bonbons te maken.
  2. Minimaal twee "eiwitregels" opnoemen.
  3. In eigen woorden vertellen hoe je nougat maakt.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide