Eet- en beweegpatroon onder de loep

Macro- en micronutriënten - les 1
Wat gaan we doen? Inzoomen op de verschillende macro- en micronutriënten. 

 
Na deze les (lesdoel). Weet je wat macro- en micronutriënten zijn. 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Macro- en micronutriënten - les 1
Wat gaan we doen? Inzoomen op de verschillende macro- en micronutriënten. 

 
Na deze les (lesdoel). Weet je wat macro- en micronutriënten zijn. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Het lichaam als bouwproject

Eten en drinken zijn voedingsmiddelen.

Voedingsstoffen zitten in voedingsmiddelen.

Voedingsstoffen leveren energie (kcal) en zorgen ervoor dat je gezond blijft.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions



Macronutriënten = groot
Het lichaam heeft ze in grote hoeveelheden nodig. Deze voedingstoffen zijn nodig voor opbouw en reparatie van het lichaam, energievoorziening en het regelen van alle processen die in het lichaam plaatsvinden. 

Wat zijn macronutriënten? 
- Koolhydraten
- Eiwitten
- Vetten


Micronutriënten
= klein
We hebben er maar kleine hoeveelheden van nodig op een dag. Micronutriënten zijn onmisbaar voor een goede werking en weerstand van het lichaam. 


Wat zijn micronutriënten
- Vitamines
- Mineralen
- Spoorelementen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Mineralen
Vitaminen
Water

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Wat zijn de macronutriënten?
A
Koolhydraten, mineralen en vetten
B
Koolhydraten, vitamines en vetten
C
Koolhydraten vitamines en eiwitten
D
Koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn micronutriënten?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

vitamine 
Mineralen 
Vezels

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Bouwstof
Brandstof
Beschermende stof
Eiwitten
Vitamine
Mineralen
Vetten
Koolhydraten
Water

Slide 8 - Drag question

Macronutriënten
• Koolhydraten zijn de brandstof voor ons lichaam. Je kan het vergelijken met een benzineauto. Na het nuttigen van koolhydraten levert het je snel energie op.
• Eiwitten zijn bouwmaterialen voor onder andere de opbouw van spiermassa en cellen.
• Vetten zijn net als koolhydraten brandstof voor je lichaam. Vetten kan je vergelijken met een dieselauto. Je kan er minder snel gebruik van maken.
• Alcohol fungeert net als koolhydraten en eiwitten als brandstof voor je lichaam.

Micronutriënten
• Vitamines zijn het gereedschap voor je lichaam. 
• Zouten of mineralen zijn net als vitamines gereedschap voor je lijf.

Let op! Nu noemen ze het een beschermende stof. 

Huiswerkopdracht: voedings- en beweegdagboek
Wat is de opdracht? Houd een vier dagen een voedingsdagboek en een beweegdagboek bij. Je voeding houd je bij in de Eetmeter app van het voedingscentrum. Je beweegpatroon breng je op een door jou gekozen manier in kaart. 
Wat is het doel? Inzicht krijgen in je eigen eet- en beweeggedrag.
Wat lever je op? Een volledig ingevuld voedingsdagboek en beweegdagboek voor 4 dagen, waarvan 2 weekenddagen en 2 doordeweeks.
Wanneer lever je het in? De volgende les.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Energiebalans en beweegnormen - les 2
Wat gaan we doen? Inzoomen op de energiebalans, Norm Gezond Bewegen en de Fitnorm. 

 
Na deze les (lesdoel). Weet je wanneer je aankomt en afvalt. Weet je wat de Norm Gezond Bewegen en de Fitnorm inhoud. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00
Tekst
Waar is energie?
Waar heb je energie voor nodig?

Slide 11 - Mind map

Vraag aan de leerlingen welke energiebronnen zij kennen. 
Je moet eten en drinken omdat je energie nodig hebt!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de goede betekenis van de calorie?
A
een voedingsstof die nodig is om je lichaam mee op te bouwen
B
een soort vet, olie
C
een maat voor de hoeveelheid eiwit in eten
D
een maat voor de hoeveelheid energie in eten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

1 stuk 
100 gram 
1 blikje 
1 reep
1 blikje
540 caloriën 
218 kcal
161 kcal
135 kcal
110 kcal

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Energiebalans!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wanneer val je zeker af?
A
Als je voldoende vezels binnen krijgt
B
Als je voldoende eiwitten binnenkrijgt.
C
Als je minder energie binnenkrijgt dan je nodig hebt.
D
Als je aan intermittent fasting doet

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer kom je aan?
A
Als je veel in de sportschool zit.
B
Als je meer energie binnenkrijgt dan je lichaam verbruikt.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Beweegrichtlijnen Gezondheidsraad 2017 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Gezondheidsnorm en fitnorm
Welke tekst hoort bij welke norm? 
Fitnorm:
Gezondheidsnorm:
Minimale beweging om gezond te blijven
Hoe ouder, hoe minder beweging

Verbeteren conditie

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de Nederlandse norm "gezond bewegen" bij jongeren, jonger dan 18 jaar?
A
iedere dag 1 uur matig intensief bewegen
B
iedere dag 30 minuten matig intensief bewegen
C
3 keer in de week matig intensief bewegen
D
5 keer in de week matig intensief bewegen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel minuten moet iemand van 18+ volgens de Nederlandse Norm Gezond Bewegen per week bewegen?
A
30 minuten per dag
B
1 uur per dag
C
150 minuten per week
D
3x 20 minuten per week

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Je eigen beweeg- en voedingspatroon onder de loep!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions