25 maart 2024 Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Lesdoelen

1. Je leert uitleggen in wie je je inleeft en waarom.

2. Je leert drie vertelperspectieven kennen.  

Perspectieven

Je leert vandaag drie perspectieven. Het perspectief in een verhaal geeft aan vanuit wie je het verhaal leest.

Ik-perspectief: het verhaal wordt vanuit de ik-persoon vertelt.

Hij/zij-perspectief: het verhaal is in de hij-/zijvorm geschreven.

Wisselend perspectief: het perspectief ligt bij meerdere personen.

Inleven en meeleven

Inleven: je kunt je voorstellen hoe het is om het personage te zijn en/of mee te maken wat het personage meemaakt.

Meeleven: je wilt graag dat het goed gaat of goed afloopt voor het personage.

Oefenen met perspectieven

We lezen samen (een stuk) van het verhaal.

Vanuit wie wordt het verhaal verteld?

Kun je je inleven in de hoofdpersoon?

Met wie leef je mee?

Lesdoelen behaald?

Welk perspectief herken je in deze zin? 

"Je weet wat er met Hailey is gebeurd". Ik knik. Ik weet het.

A. Ik-perspectief

B. Hij-zijperspectief

Wat doen we?

*  “Ik ga minimaal één keer mijn mening geven"

• “Word niet emotioneel, maar zeg rustig  wat je vind.”

• Ik ga ook eens proberen om het van een andere kant te bekijken. Iedere mening telt.

• Ik ga proberen heel nieuwsgierig te zijn. Ik ga denken: dat is niet eng of gek, maar interessant!

* Stel open vragen: wat, waarom vind je dat, waarom denk je dat?

* Laat elkaar uitpraten.

* Luister naar elkaar.

Open en gesloten vragen 

Open vragen beginnen met waarom, wat, wie, wanneer, hoe?

Hoe vind je de nieuwe versie van deze game?

Op gesloten vragen kun je bijna alleen met ja of nee antwoorden.

Heb je je huiswerk gemaakt? 

Wat is het verschil in een gesprek?

KLASSIKAAL 

Maak met je klas afspraken hoe je in de klas met elkaars mening omgaat. Leg de leerlingen uit dat er altijd verschillen zijn: zowel bij kleine als bij grote onderwerpen.

Belangrijk is dat je je altijd bewust bent van je eigen standpunt en open staat voor andere meningen. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is soms nog knap lastig.

Vertel de leerlingen dat wat jij vindt, niet persé hoeft te zijn wat de ander ook vindt. Zélfs niet als al je vrienden het met je eens zijn! Het vormen en uiten van een mening is geen wedstrijdje ‘meeste stemmen gelden’. Er moet ruimte zijn voor verschillende meningen.

Naar elkaar luisteren, elkaar begrijpen, maar het helemaal niet eens zijn… dat kan!  

Hoe gaan we de dialoog voeren?

We gaan in  een aantal rondes het gesprek voeren over twee stellingen.

Ik leg de stappen uit.

Je hebt een werkformulier waarop je dingen gaat invullen.

www.isdatechtzo.nl

schooltv.nl

Stelling 1

Je mag filmpjes maken van anderen. 

Stelling 2

Filmpjes of informatie op internet zetten over anderen hoort bij je recht op vrije meningsuiting.

Stelling 3

Als je een filmpje of informatie op internet zet over iemand die iets fout heeft gedaan, dan help je de maatschappij.

Lesdoelen gehaald?

Einde van de les

Vul op je formulier in:

- of je een andere mening hebt gekregen;

- of je iets nieuws hebt geleerd, en zo ja wat;

- of je je persoonlijke doel aan het begin van de les hebt gehaald.