Grote economische verschillen tussen Noord en Zuid in het Koninkrijk der Nederlanden

Grote economische verschillen tussen Noord en Zuid in het Koninkrijk der Nederlanden

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je de economische verschillen tussen het noorden en het zuiden van het Koninkrijk der Nederlanden in 1815 beschrijven.
• Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe de industriële revolutie in het zuiden zich ontwikkelde.
• Aan het einde van de les kun je de redenen noemen waarom de industrialisatie in het noorden achterbleef.
• Aan het einde van de les kun je de impact van Koning Willem I op de economische ontwikkeling van zijn koninkrijk uitleggen.

Wat weet je al over de economische verschillen tussen Noord en Zuid in het Koninkrijk der Nederlanden?

Samenvoeging van Nederland, België en Luxemburg

• In 1815 werden Nederland, België en Luxemburg verenigd in het Koninkrijk der Nederlanden onder Koning Willem I.

Industriële revolutie in het zuiden

• Het zuiden was industrieel ontwikkeld met fabrieken, machines, spoorwegen en beschikbare grondstoffen zoals steenkool en ijzererts.

Economische situatie in het noorden

• Het noorden richtte zich op landbouw en handel, met weinig industrie door hoge kosten voor stoomkracht, gebrek aan steenkool, weinig spoorwegen en hoge belastingen die de vraag beperkten.

Verschillen in industrie, handel en infrastructuur

• Koning Willem I wilde de industrie in het zuiden en handel in het noorden combineren voor modernisering.

De opstand van België en de gevolgen voor het koninkrijk

• Na de Belgische opstand in 1830 werd België onafhankelijk en verloor het zuiden.

Definitielijst

• Koninkrijk der Nederlanden: Een land gevormd in 1815 bestaande uit Nederland, België en Luxemburg.
• Industriële revolutie: De periode waarin economie en samenleving ingrijpend veranderden door de komst van fabrieken en machines.
• Stoommachine: Een machine die energie uit stoom gebruikt om mechanische arbeid te verrichten.
• Steenkool: Een fossiele brandstof die wordt gebruikt om stoommachines en hoogovens aan te drijven.
• Hoogoven: Een oven waarin ijzererts wordt gesmolten om ijzer en staal te produceren.
• Spoorwegen: Transportinfrastructuur voor treinen, essentieel voor het vervoer van grondstoffen en goederen tijdens de industriële revolutie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.