Frans b1 Week van 2-9

Vandaag:
Pak meteen je chromebooks en start ze op.
Uitleg Schrifelijke overhoring van morgen.


Start Chapitre 1: part 1
Grammaire: 
de lidwoord de en het en het lidwoord een.
Zelfstandige naamwoorden en meervoud.



1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vandaag:
Pak meteen je chromebooks en start ze op.
Uitleg Schrifelijke overhoring van morgen.


Start Chapitre 1: part 1
Grammaire: 
de lidwoord de en het en het lidwoord een.
Zelfstandige naamwoorden en meervoud.



Slide 1 - Slide

De simpele regels die ik verwacht van jullie.

  1. Aan het begin van de les; Chromebook op tafel en aan.
  2. Als ik tot drie tel: monden dicht. Ik verwacht dat je stil bent als ik begin te tellen.
  3. Ik verwacht dat je niet storend aanwezig bent en niet door mij heen praat.

De meesten houden zich hier al keurig aan.





Slide 2 - Slide

Jezelf voorstellen in het Frans.
Je m'appelle Lea, et toi.    Ik heet Lea en jij?
Je m'appelle Pierre.           Ik heet Pierre.
Tu habites où?                     Waar woon jij?
J'habite à Paris.                    Ik woon in Parijs.
Tu as quel âge?                    Hou oud ben jij?
J'ai treize ans.                        Ik ben 13 jaar (maar er staat letterlijk: Ik heb 13 jaar)   
Tu as un frère?                        Heb je een broer?
Oui, j'ai un frère.                      Ja, ik heb een broer.

Slide 3 - Slide

So van On y va.

Het so van On y va is afwijkend.
Ga oefenen met Slim Stampen.
A
B
C

d

De enig keer dat je alle woorden moet leren.

Slide 4 - Slide

Traduis les phrases
3. Comment dire #1 'Se présenter'
Zoek de juiste combinaties bij elkaar
J'ai treize ans. 
Comment tu t'appelles ? 
Tu as quel âge ? 
Ik ben dertien jaar. 
Hoe heet je? 
Hoe oud ben je? 

Slide 5 - Drag question

Je m'appelle Pierre. 
J'ai treize ans.
J'habite à Paris. 
Tu as un frère? 
Oui, j'ai un frère. 
Tu habites où? 
Ik heet Pierre
Ik ben 13 jaar.
Ik woon in Parijs
Heb jij een broer?
Ja, ik heb een broer.
Waar woon jij?

Slide 6 - Drag question

Woorden A blz 52
La France
Salut
la plage
mignon
regarde
aussi
maintenant
pour moi
le lapin
le chien
le poisson
j'aime
il joue
Frankrijk
hoi
het strand
leuk, schattig
kijk
ook
nu
voor mij
het konijn
de hond
de kat
de vis
ik houd van
hij speelt

Slide 7 - Drag question

Vervolg:
We kijken eerst de video samen van oefening 1
We gaan samen lezen: blz 23 tekst.(online oefening 5b)

  • Ik lees het een keer helemaal voor.
  • De tweede keer spreken jullie mij na.
  • De derde keer geef ik de rollen aan enige leerlingen.

Slide 8 - Slide

Vandaag maken:
We kijken eerst samen de video van oefening 1a
We gaan samen lezen: blz 23 tekst.(online oefening 5b)
We gaan oefenen met de uitspraak.
Huiswerk
On y va: Au travail afmaken
Classroom: On y va oefening woorden voor SO
Hoofdstuk 1
Introduction: alle oefeningen.
A Ecouter




Slide 9 - Slide

Ç =shift en dan tegelijkertijd AltGr en ç 
(geen hoofdletter) is Alt en ,  tegelijkertijd.

è is `en vervolgens e
é is 'en vervolgens e
ê is shift 6 (loslaten en dan e)

Slide 10 - Slide