pvtt en onderwerp van een tekst

PVTT en onderwerp van een tekst

  • Je weet weer hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je het onderwerp van een tekst bepaalt. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

PVTT en onderwerp van een tekst

  • Je weet weer hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je het onderwerp van een tekst bepaalt. 

Slide 1 - Slide

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 2 - Mind map

Ik ........ (houden) van chocola.
A
houd
B
houdt
C
houden

Slide 3 - Quiz

........ (houden) jij van chocola?
A
houd
B
houdt
C
houden

Slide 4 - Quiz

........ (houden) je moeder van chocola?
A
houd
B
houdt
C
houden

Slide 5 - Quiz

Ik ............ lezen ook leuk.
Jij ............ eindelijk je leesboek terug.
............ jij het leuk dat je weer op school bent?
Joshua ............ voetbal de leukste sport.
De hond ............ de nieuwe hondenbrokken niet lekker.
Wij ............ het huiswerk lastig.
Jullie ............ dat we meer vakantie moeten krijgen.
Lisa en Michael ............ het vandaag veel te koud.
vinden
vind
vindt
vind
vinden
vindt
vindt
vinden

Slide 6 - Drag question

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 7 - Open question

PVTT en onderwerp van een tekst

  • Je weet weer hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je het onderwerp van een tekst bepaalt. 

Slide 8 - Slide

Onderwerp van een tekst

Slide 9 - Mind map

Onderwerp van een tekst
Waar de tekst over gaat in 1 of een paar woorden.
Je leest de tekst oriënterend:
1. Bekijk de tekst
    - kijk naar de titel
    - kijk naar de illustraties
    - kijk naar de tussenkopjes
    - let op anders gedrukte woorden
2. Lees de eerste alinea
3. Geef antwoord op de vraag: waar gaat deze tekst over?

Slide 10 - Slide

Lees de tekst oriënterend
  • titel
  • tussenkopjes
  • plaatjes
  • anders gedrukte woorden
  • lees de eerste alinea
  • 'Waar gaat deze tekst over?'

Slide 11 - Slide

Tekst lezen

Slide 12 - Slide

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 13 - Open question

Aan het werk
Maak de opdrachten op het tweede vel.

Slide 14 - Slide

PVTT en onderwerp van een tekst

  • Je weet weer hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je het onderwerp van een tekst bepaalt. 

Slide 15 - Slide