wwspelling + onderwerp van een tekst

PV en onderwerp van een tekst

  • Je weet weer hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je persoonsvorm in de verleden tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je het onderwerp van een tekst bepaalt. 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

PV en onderwerp van een tekst

  • Je weet weer hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je persoonsvorm in de verleden tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je het onderwerp van een tekst bepaalt. 

Slide 1 - Slide

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Ik ............ lezen ook leuk.
Jij ............ eindelijk je leesboek terug.
............ jij het leuk dat je weer op school bent?
Joshua ............ voetbal de leukste sport.
De hond ............ de nieuwe hondenbrokken niet lekker.
Wij ............ het huiswerk lastig.
Jullie ............ dat we meer vakantie moeten krijgen.
Lisa en Michael ............ het vandaag veel te koud.
vinden
vind
vindt
vind
vinden
vindt
vindt
vinden

Slide 6 - Drag question

PVTT en onderwerp van een tekst

  • Je weet weer hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je persoonsvorm in de verleden tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je het onderwerp van een tekst bepaalt. 

Slide 7 - Slide

persoonsvorm verleden tijd

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Video

Persoonsvorm verleden tijd
Sterk werkwoord --> verandert van klank
  • Schrijf wat je hoort
Zwak werkwoord --> verandert NIET van klank
  • Gebruik 'T eX-KoFSCHiP om te controleren of het werkwoord op -te(n) of -de(n) eindigt.

liepen
praatten

Slide 10 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
  1. Stam van het werkwoord (hele werkwoord -en)
  2. Laatste letter WEL in 'T eX-KoFSCHiP? Dan -te(n)
  3. Laatste letter NIET in 'T eX-KoFSCHiP? Dan -de(n)
pakken
pak
pakte(n)
wedden
wed
wedde(n)

Slide 11 - Slide

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
-proberen-
A
probeerden
B
probeerte
C
probeerdden
D
probeerde

Slide 12 - Quiz

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd meervoud
- haasten -
A
hiesten
B
haasten
C
haastte
D
haastten

Slide 13 - Quiz

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd meervoud
- komen -
A
kwammen
B
kwamen
C
komden
D
reden

Slide 14 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd meervoud.
-praten-
A
praten
B
praatten
C
praatte
D
prieten

Slide 15 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
RUSTEN
A
rust
B
ruste
C
rustten
D
rustte

Slide 16 - Quiz

Noteer de persoonsvorm in de verleden tijd
- verslinden -
A
verslondden
B
verslinden
C
verslindden
D
verslonden

Slide 17 - Quiz

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

PVTT en onderwerp van een tekst

  • Je weet weer hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je persoonsvorm in de verleden tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je het onderwerp van een tekst bepaalt. 

Slide 19 - Slide

Onderwerp van een tekst

Slide 20 - Mind map

Onderwerp van een tekst
Waar de tekst over gaat in 1 of een paar woorden.
Je leest de tekst oriënterend:
1. Bekijk de tekst
    - kijk naar de titel
    - kijk naar de illustraties
    - kijk naar de tussenkopjes
    - let op anders gedrukte woorden
2. Lees de eerste alinea
3. Geef antwoord op de vraag: waar gaat deze tekst over?

Slide 21 - Slide

Lees de tekst oriënterend
  • titel
  • tussenkopjes
  • plaatjes
  • anders gedrukte woorden
  • lees de eerste alinea
  • 'Waar gaat deze tekst over?'

Slide 22 - Slide

Tekst lezen
Huwelijksfeest van zeven dagen.

Af-leerlingen: bestand in de bijlage van de studiewijzer 'Huwelijksfeest'.

Slide 23 - Slide

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 24 - Open question

Aan het werk
Maak de opdracht 2 t/m 5. Schrijf je antwoorden in je schrift en neem de volgende les mee.

Af-leerlingen: bestand in de bijlage van de studiewijzer 'Opdrachten Huwelijksfeest'

Slide 25 - Slide

PVTT en onderwerp van een tekst

  • Je weet weer hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je persoonsvorm in de verleden tijd spelt.
  • Je weet weer hoe je het onderwerp van een tekst bepaalt. 

Slide 26 - Slide

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll