Palabrotas

1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

El lenguaje cotidiano
Spreektaal
- Je weet dat spreektaal heel anders kan zijn dan de taal die je leert uit de boeken.
- Je weet dat er altijd aangrijpende maatschappelijke veranderingen achter taalveranderingen zit.
- Je weet dat een taal altijd aan verandering onderhevig is.
- Je maakt kennis met het gebruik van scheldwoorden in de Spaanse spreektaal.

Slide 2 - Slide

Discusión
1) ¿es bueno aprender palabrotas o tacos?
2) ¿cuando debemos usarlos?
3) ¿son todos ofensivos?

Slide 3 - Slide

Palabrotas, tacos, insultos... 
Met welke woorden schelden we in het NL?
Is dit positief of negatief bedoeld?

Met welke woorden schelden ze in Spanje?

Slide 4 - Slide

Verschillen
1) Verschillen NL - ES
Negatief / positief / soort scheldwoorden / etc.
2) Intonatie
3) Context
Intonatie en context zijn bepalend of iets als negatief / neutraal / (en in Spanje) positief wordt ervaren. 
Zonder die kennis is het advies: nooit schelden in een andere taal!
Denk ook aan het gebruik shit / fucking in NL en EN!

Slide 5 - Slide

Algunas palabrotas
Coño - letterlijk: kut
1) ¡Pero qué coño! - Wat een onzin!
2) ¡Qué coñazo! – Wat een ellende! (iets vervelends)
3) ¡Qué coñazo de película! (aburrimiento/verveling)
4) No me des el coñazo (molestar/lastigvallen)
5) “Que te calles, ¡cooño!” - Bek dicht! / Hou toch je mond!
6) ¡Coño! Javier, cuanto tiempo (sorpresa/verrast)




Slide 6 - Slide

Algunas palabrotas
Joder - letterlijk: neuken
1) ¡Joder! – verdomme!
2) ¡Joder, tio! – sorpresa, verbazing (iemand lang niet gezien...)
3) ¡Que te jodas! – Krijg de ...(tering)
4) Estar jodido – verdomd, ellendig, rot voelen
(bijv: estoy jodido/a= ik voel me ellendig)
5) Hostias- Verdomme/Godsamme


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Algunas palabrotas
Puta - letterlijk: hoer (op twee uitzonderingen na ALTIJD negatief)
1) ¡Me cago en la puta! - vergelijkbaar met godverdomme, vaak aangepast naar me cago en la leche.
2) ¡Hijo/hija de puta! – Klootzak!
3) ¡Que putada! – Wat een rotstreek!
4) ¡De puta madre! – GEWELDIG! Let op; puta madre is heel negatief
5) Pedro es el puto amo en baloncesto (el mejor = de beste)



Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Algunas palabrotas
Cojones - letterlijk: kloten
1) Aquí se come de cojones (estupendamente / heel goed)
2) Estoy acojonado/a ( acojonarse= bang zijn)
3) ¡Estoy hasta los cojones! (er helemaal klaar mee zijn)
4) ¡Me toca los cojones! – Ik ben hem/haar spuugzat!
5) ¡Tiene cojones! - Hij durft!

Slide 11 - Slide

Alternativas

Slide 12 - Slide

Algunas palabrotas sueltas
1) capullo - lul/ eikel
2) cabrón – lul
3) gilipollas – klootzak (que gilipollas eres...)
4) maricón – homo (als scheldwoord)
5) golfa – slet 

Slide 13 - Slide

¿es ofensivo? Quita las palabrotas
¡Joder, cabronazo, cuánto tiempo sin verte, me cago en la puta !
¡Hostias!, !Qué alegria!  ¿dónde coño te habias metido maricón?


Slide 14 - Slide

No es ofensivo
- ¡Cuánto tiempo sin verte!
- ¡Qué alegría!, ¿Dónde te habías metido?

Slide 15 - Slide