John Locke. Locke vond dat het de taak van de overheid om de rechten van burgers, oftewel mensenrechten, te beschermen. Hij was ook tegenstander van de droit divin. Hij vond dat koningen hun macht niet van God kregen, maar juist van het volk.
Voltaire. Voltaire had veel kritiek op de Katholieke kerk, die volgens hem bijgeloof en intolerantie verspreidden. Voltaire was een deïst. Hij geloofde in God, maar hij geloofde dat God niet meer actief was in de wereld. Het beste machtssysteem was volgens Voltaire verlicht absolutisme. Dat houdt in dat een koning, die verlicht denkt, goede beslissingen neemt voor het volk, omdat het volk te dom zou zijn om zelf beslissingen te nemen.