De arbeidsmarkt

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Leerdoelen

- Kennismaken met de arbeidsmarkt en verschillende soorten contracten.

Wat is de arbeidsmarkt?

1. Het geheel van vraag en aanbod naar arbeid
2. Het geheel van vraag naar arbeid
3. Het geheel van aanbod naar arbeid
4. Vacatures

Vraag/ aanbod arbeid

1. Qa = werkgever , Qv = werknemer
2. Qa = werknemer, Qv = werkgever
3. Qa = loon, Qv = werknemer

werkloosheid

1. Aanbod arbeid is groter dan de vraag
2. Aanbod van arbeid is kleiner dan de vraag

Na hoeveel contracten moet je een vast contract krijgen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Na hoeveel maanden krijg je een vast contract?

1. 12
2. 36
3. 24
4. 48

Hoeveel procent van de Nederlandse beroepsbevolking heeft een vast contract?

1. 50%
2. 60%
3. 70%
4. 80%

Wat is een CAO?

1. Collectieve arbeidsovereenkomst
2. Centrale arbeidsopzet
3. Collectieve afsprakenovereenkomst
4. Centrale arbeidsovereenkomst

Wat heb je aan de CAO?

1. Heb er helemaal niets aan
2. Zonder cao heb je alleen de minimale bescherming van de wet
3. Wanneer een arbeidsovereenkomst iets bepaalt wat de cao niet toelaat, gaat de cao voor.
4. Een arbeidsovereenkomst geldt alleen voor jou. Een cao geldt voor een hele sector of bedrijf.

Wat is een flexwerker

1. Iemand die aan het flexen is met zijn dure spullen
2. Een werknemer die tijdelijk werkzaamheden verricht zonder vast contract.
3. Iemand die alleen werkt met een vast contract
4. Iemand die vooral part time ergens werkt.

Als je een nul-urencontract hebt bij een werkgever, dan spreek je van..

1. flexwerk
2. vast contract

Wat is een Flexwerker?

1. Oproepkrachten
2. Uitzendkrachten
3. Werknemers met een tijdelijk arbeidscontract
4. Een werknemer met een vast contract

deze flexwerker weet hoeveel uur hij werkt per week

1. zzp'er
2. uitzendkracht
3. oproepkracht

Als je een vast contract hebt heb je een contract voor...

1. Bepaalde tijd
2. Onbepaalde tijd

Een zzp'er is een......

1. Zelfstandige zonder pensioen
2. Zelfstandige zonder pand
3. Zelfstandige zonder personeel
4. Zelfstandige zonder prijzen

Hoeveel % van de beroepsbevolking is ZZP’er?

1. 9%
2. 11%
3. 13%
4. 17%

Wat zijn de voordelen van zzp'er zijn?

1. Eigen tijd indelen en eigen baas zijn
2. Wisselende inkomsten
3. Winst voor jezelf
4. zelf pensioen opbouwen

ZZP is een vorm van

1. Loondienst
2. Eigen onderneming
3. Uitbesteden van werk

er is veel werkloosheid bij

1. krappe arbeidsmarkt
2. ruime arbeidsmarkt

Welke stelling is juist?

1. Werklozen zijn vragers naar arbeid
2. De vraag naar arbeid is gelijk aan de werkgelegenheid
3. Vacatures en werkgelegenheid vormen de vraag naar arbeid
4. Alleen bedrijven vragen arbeid

I: vacatures en werkgelegenheid vormen samen de vraag naar arbeid
II: alleen bedrijven vragen arbeid

1. beiden juist
2. beiden onjuist
3. I: juist, II: onjuist
4. I: onjuist, II: juist

Zijn er nog vragen?