§2.2 Het dagboek van de aarde

§2.2 Het dagboek van de aarde
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§2.2 Het dagboek van de aarde

Slide 1 - Slide

Planning
- Herhaling §2.1
- Leerdoelen §2.2
- Uitleg 
- Video
- Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Indeling van de 4,6 miljard jaren omvattende geologische geschiedenis van de aarde.
A
Tijdvakken specificatie
B
Geologische tijdschaal
C
Geografische tijdschaal
D
Specificering tijdschalen

Slide 3 - Quiz

Hoeveel hoofdtijdvakken heeft de geologische tijdschaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Als je de geologische tijdschaal ziet als een klok, hoeveel tijd heeft de mens dan?
A
2 minuten
B
1 minuut
C
40 seconden
D
20 seconden

Slide 5 - Quiz

Het Carboon lag in de geologische tijdschaal tussen ...
A
het Perm en Trias
B
het Trias en Jura
C
het Devoon en Perm
D
het Siluur en Devoon

Slide 6 - Quiz

Kenozoïcum
Mesozoïcum
Paleozoïcum
Precambrium

Slide 7 - Drag question

Leerdoelen
Aan het eind kan je:
  • Je weet hoe een fossiel in een gesteente terechtkomt. 
  • Je begrijpt waarom bodemlagen en fossielen veel kunnen vertellen over de geologische geschiedenis van de aarde.
  • Je kunt met behulp van voorbeelden de relatieve en absolute ouderdom van bodemlagen vaststellen.

Slide 8 - Slide

Fossielen
Versteend overblijfsel van planten of dieren.

Slide 9 - Slide

Gesteenten en fossielen
  • Een dood dier wordt snel bedolven onder modder of zand.

  • De sedimentlagen bouwen elkaar op, waardoor de onderste laag versteend met het fossiel. Het fossiel zegt veel over de omstandigheden en het klimaat vroeger. Bv. Kalksteen duidt op de aanwezigheid van een zee in het verleden.

Slide 10 - Slide

Opstapeling van alle sedimentgesteenten op aarde.

Zou je dit ook vinden als je nu in de Noordzee zou gaan boren?

Slide 11 - Slide



Geologische tijdvakken

Slide 12 - Slide



Geologische tijdperken

Slide 13 - Slide

Opgestapelde tijden

Er zijn drie soorten gesteenten:
3. Metamorf gesteente:
Metamorf betekent dat het gesteente door hoge druk en of hoge temperatuur veranderd is.
Bijv. Marmer, dit is ontstaan uit kalksteen.

1. Sedimentgesteente:
Dit ontstaat er als er laagjes zand en klei over elkaar heen zijn afgezet. De onderste laag is de oudste laag. Hoe dichter je bij het aardoppervlak komt hoe jonger de bodem. 
Bijv. zandsteen.
2. Stollingsgesteente:
Ook worden gesteente gevormd door vulkanische activiteiten.
Bijv. Graniet,
Dit is ontstaan door het ondergronds stollen van magma.

Slide 14 - Slide

Relatieve en absolute tijd
Relatieve en absolute tijd
Bij relatieve ouderdom kijk je naar de volgorde van de lagen: 
Hoe hoger, hoe jonger.
Jong
Oud
Bij absolute ouderdom kijk je naar de hoeveelheid radioactiviteit in een gesteente. Radioactiviteit valt in een vast tempo uiteen, waardoor je kunt terugtellen hoe oud het gesteente is.

Slide 15 - Slide

Opdracht
Huiswerk
Maak de volgende opdrachten van §2.2:

Slide 16 - Slide