This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe gaat het met jullie?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Slide
Wat betekent de afkorting BEO?
A
Break-even-afzet
B
Break-even-point
C
Break-even-omzet
Slide 4 - Quiz
Peter verkoopt een product voor € 10,- zijn inkoopprijs is € 5,-. Hij heeft € 5.000,- aan constante kosten hoeveel producten moet hij minimaal verkopen?
A
500 stuks
B
100 stuks
C
1000 stuks
D
2000 stuks
Slide 5 - Quiz
een bedrijf heeft een marktaandeel van 20% als er gekeken wordt naar afzet. Het bedrijft verkoopt zijn producten aan een hoger segment en is hierdoor een stuk duurder dan andere. Welke stelling is juist?
A
Zijn marktaandeel in omzet is dan lager dan 20%
B
Zijn marktaandeel in omzet is gelijk aan 20%
C
Zijn marktaandeel in omzet is hoger dan 20%
Slide 6 - Quiz
Het break-evenpoint is wanneer?
A
Je maximale winst maakt
B
totale kosten gelijk zijn aan de totale opbrengst
C
variabele kosten gelijk zijn aan de opbrengst
D
Je precies € 1,- winst maakt.
Slide 7 - Quiz
Hoeveel uurkaarten moet het kartcentrum verkopen om break-even te draaien?
Slide 8 - Open question
Bereken het marktaandeel dat de pedaalemmer moet behalen om het break-evenpoint te bereiken (afronden op één decimaal).
Slide 9 - Open question
Opdracht 50 Bereken het marktaandeel dat dit product moet halen om het break-evenpoint te bereiken.
Slide 10 - Open question
Opdracht 52 Bereken de relatieve veiligheidsmarge. Rond af op één decimaal.
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Cost to consumer is een vervanging voor de P van?
A
Prijs
B
Plaats
C
Product
D
Promotie
Slide 16 - Quiz
Costumer is een vervanging voor de P van?
A
Plaats
B
Product
C
Prijs
D
Promotie
Slide 17 - Quiz
Solution is een vervanging voor de P van?
A
Prijs
B
Plaats
C
Product
D
Promotie
Slide 18 - Quiz
Information is een vervanging voor de P van?
A
Prijs
B
Plaats
C
Product
D
Promotie
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Geef een voorbeeld van Convenciece goods
Slide 21 - Slide
Geef een voorbeeld van Specialty goods
Slide 22 - Slide
Geef een voorbeeld van Shopping goods
Slide 23 - Slide
inzichtvragen maken
Wat:
Maak de inzichtvragen in teams
Klaar?
Begin aan het schrijven van je commercieel plan.
Hoe:
In je groepje
Tijd:
30 minuten
Uitkomst:
Iedereen levert de opdrachten in. Volgende week gaan we de antwoorden bespreken.