H1 Het menselijk lichaam (botten en gewrichten)

• ik en de maatschappij
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 1:

Over het menselijk lichaam.

Je leert wat de belangrijkste botten en organen in je lichaam zijn.

Je leert waar het skelet voor zorgt.

Stevigheid

Botten geven stevigheid en bescherming aan je lichaam.

Bescherming:

De schedel beschermt de  hersenen

Beweging

Aan je botten zitten veel gewrichten en spieren vast. Samen zorgen ze dat je kunt bewegen.

'Jouw lichaam bevat ongeveer 206 botten! Je schedel bestaat uit 29 botten, je wervelkolom uit 26 botten, de voorkant van je borstkas bestaat uit 25 botstukken, je schouders en armen tellen 64 botten en je heupen en benen 62 botten.

voor de toets moet je 22 botten kennen bij naam.

Hoeveel botten heeft een mens?

1. 200
2. 206
3. 260
4. 300

Een sleutelbeen zit aan
je bovenbeen.

1. dit klopt
2. dit is onjuist

Een ellepijp zit in
je romp.

1. dit klopt
2. dit is onjuist

Wat zijn je 'ledematen'?

1. je armen en benen
2. vrienden die medelijden met je hebben
3. armen
4. benen

Een kuitbeen zit in je onderbeen.

1. dit klopt
2. dit is onjuist

Je botten zitten aan elkaar met  gewrichten.

Door gewrichten kan je lichaam soepel bewegen.

ellenboog-gewricht

Maken

Opdracht 2, 4, 5, 8 en 9.

Terugblik

Wat hebben jullie tijdens de vorige les geleerd?

H1 Deel 2

Doel:

Je leert hoe het skelet, de gewrichten, de spieren en de organen in het menselijk lichaam werken.  
Wat zijn gewrichten

Wat zijn organen

Onderdelen gewricht

Gewrichtskapsel: houdt botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer

Kraakbeenlaagje: makkelijker bewegen en tegen slijtage

Gewrichtssmeer: makkelijker bewegen.

Gewrichtskapsel: Extra versteviging

Spieren

Zorgen ervoor dat je kunt bewegen.

Spieren zitten met pezen aan botten vast.

Spieren kunnen samentrekken en worden korter.

Trekt botten naar elkaar toe.

Organen

De maag

De lever

De longen 

Het hart

gewrichtskom

gewrichtkogel

gewrichtsmeer

kraakbeenlaagje

gewrichtkapsel

De kapselbanden zijn een extra versteviging. Ze helpen de botten op hun plaats te houden.

De kapselbanden zijn een extra versteviging. Ze helpen de botten op hun plaats te houden.

Om het gewricht zit een stevig vlies. Het houdt de botten bij elkaar. Het maakt ook gewrichtssmeer.

Om het gewricht zit een stevig vlies. Het houdt de botten bij elkaar. Het maakt ook gewrichtssmeer.

Het uiteinde van één (1) bot is bol. Dit heet de gewrichtskogel.

Tussen de  botten zit gewrichtssmeer. Dit werkt als een soort smeervet. Hierdoor kunnen de botten soepeler bewegen.

Het uiteinde van één (1) bot is kom-vormig. hier past de gewrichtskogel precies in.

Op de kop van elk bot zit een laagje kraakbeen. Het beschermt de botten tegen slijten.

gewrichtssmeer

kapselband

kraakbeenlaagje

gewrichtskapsel

gewrichtskom

gewrichtskogel

Welk gewricht zie je hier?

1. dijbeen/ heup
2. opperarmbeen/ schouder
3. vingerkootje
4. elleboog

Wat is de functie van een gewricht?

1. Voor de stevigheid
2. Beweging mogelijk maken
3. Aanhechting van de spieren

Wat is het? 'Houdt botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer.'

1. gewrichtskogel
2. kraakbeenlaagje
3. gewrichtskapsel
4. gewrichtskom

Waarvoor dient het kraakbeenlaagje in een gewricht? (2 antwoorden zijn goed)

1. Houdt de botten bij elkaar
2. Voorkomt slijtage
3. Gemakkelijker bewegen
4. Maakt gewrichtssmeer

Maken

Opdracht 15, 16, 19, 20, 23, 24, 25 en 29.