leesvaardigheid h3 30 mei

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Begrijpend lezen oefenen
Theorievragen (open vraag en juist/onjuist)
Woordenschat
- betekenis geven van de woorden
Tekstvragen (open vragen)
- onderwerp & hoofdgedachte vinden
- alinea's onderscheiden van inleiding/slot
- (tegen)argumenten & weerleggingen herkennen
- signaalwoorden herkennen
- verbanden herkennen (opsomming, tegenstelling etc)
-  tekstdoel van de schrijver benoemen


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
Je leert:
- het onderwerp van een tekst vinden
- argumenten herkennen
- tegenargumetnen herkennen
- weerleggingen herkennen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Oriënterend, globaal, precies en zoekend lezen
Oriënterend lezen Kijk naar de eerste alinea, titel, illustraties, tussenkopjes en anders gedrukte woorden (onderwerp)

Globaal lezen Je leest vooral de eerste en laatste zinnen van alle alinea's (deelonderwerp)

Precies lezen Je leest de tekst vanaf de eerste zin tot en met de laatste zin. (hoofdgedachte)

Zoekend lezen Je leest alleen dat stukje wat je nodig hebt. Als je het stukje gevonden hebt, dan ga je precies lezen. Let op titels en tussenkopjes, tabellen/grafieken en anders gedrukte woorden (iets specifieks weten)



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

1. Wat doe je als je een tegenargument weerlegt?
timer
1:00

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Antwoord:

Dan toon je aan dat het tegenargument niet klopt.

Voorbeeld: 
Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft, is er niets aan de hand (weerlegging).








Slide 6 - Slide

This item has no instructions

1. Wat is het onderwerp van de tekst?
(oriënterend lezen)
timer
1:00

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Antwoord:

groente en fruit (goedkope)








Slide 8 - Slide

This item has no instructions

2. Wat is het standpunt van Wilma Waterlander uit al. 1? (zoekend lezen)
timer
1:00

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Antwoord:


Als groente en fruit goedkoper zijn, zetten mensen vanzelf meer gezonde producten op het menu.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Precies lezen
Lees de hele tekst

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

'Met een korting van 50 procent op groente en fruit gaan mensen aanzienlijk gezonder eten', stelt Waterlander.
Is dit een feitelijk of niet feitelijk argument?
timer
0:30
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk argument

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord:

feitelijk – Het is de uitkomst van een onderzoek (experiment), dus het is te controleren.

(niet feitelijk, is een mening en niet controleerbaar)





Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Geef twee verklaringen voor het argument voor het feit dat mensen met lage inkomens vaker gezonder eten.
timer
1:00

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Antwoord:

(1) Ongezonde voedingsmiddelen zijn relatief goedkoop.

(2) Voor goedkope, ongezonde producten wordt veel reclame gemaakt. 

Let op het signaalwoord bovendien (opsomming)




Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke vier overwegingen maakt een consument bij de aankoop van voedsel (volgens Waldener)
timer
1:00

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Antwoord:

(1) Hoe duur is het? (na de prijs)
(2) Hoe gemakkelijk is het te eten / klaar te maken?
(3) Hoe smaakt het? 
(4) Hoe gezond is het?

Let op het signaalwoord ook (opsomming)







Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welk argument tegen het goedkoper maken van groente en fruit zie je in alinea 4?
timer
1:00

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Welk argument tegen het goedkoper maken van groente en fruit zie je in alinea 4?

Antwoord:

Een korting op groente en fruit leidt tot minder inkomsten voor telers en verkopers.





Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Citeer de zin uit alinea 4 waarin Waterlander dit tegenargument weerlegt.
timer
1:00

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Antwoord:

‘Ja, maar dat verlies verdienen ze deels terug doordat ze meer gaan verkopen.’




Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Welke aanbeveling doet Waterlander in alinea 5?
timer
1:00

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Antwoord:

Het stimuleren van gezonde voeding met lagere prijzen moet mondiaal aangepakt worden. 

Ook goed: 

Bij het vaststellen van het landbouwbeleid moeten overheden niet alleen rekening houden met economische factoren, maar ook met de volksgezondheid.



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
timer
1:00
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Weerlegging
In een overtuigende tekst, zal de schrijver in zijn tekst al proberen mogelijke tegenargumenten te ontkrachten. Hij bedenkt dan wat de argumenten van de tegenstanders tegen zijn standpunt zouden kunnen zijn. Als hij kan aantonen dat de argumenten van zijn tegenstanders niet kloppen, weerlegt hij hun argumenten.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig
Stap 1 Maak de vragen van opdracht 3 (tekst 5) op blz 140
1 , 2 en 4 t/m 15 (dus niet vraag 3)
Stap 2 
- Quizlet woordjes oefenen, kies uit H4, H5, H6
https://quizlet.com/219220150/h4-nn-3-havo-flash-cards/
-  Samenvatting maken van de groene stukjes uit het boek



timer
15:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

We gaan oefenen met begrijpend lezen/woordenschat

Wat ga je doen of wat neem je mee?

  • Leesboek mee
  • Quizlets oefenen (elke dag minimaal 5 min)



Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat heeft deze les je opgeleverd?
A
Veel nieuws geleerd.
B
De theorie kende ik al, maar ik kan het nu beter toepassen.
C
Ik heb goed geoefend, maar vind het nog steeds moeilijk.
D
Niets, ik ben hier al heel goed in.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Voor jou tien anderen
Mirjam Oldenhave & Cynthia van Eck
  • Cynthia achtergelaten als baby
  • Illegaal kindertehuis in Nederland
  • 10 kinderen
  • Mama Riet (honden)

Slide 30 - Slide

Oefen verder in SCORE.
Voorlezen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions